Noodsituaties
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning en
aanduiding bandenspanning
Wanneer de waarschuwingslampjes van
het bandenspanningscontrolesysteem
gaan branden en een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het lcd-display van
het instrumentenpaneel, hebben
een of meer banden een aanzienlijke
hoeveelheid lucht verloren. Het
waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning geeft aan welke band
een aanzienlijke hoeveelheid lucht heeft
verloren door het oplichten van het
corresponderende positielampje.
Als een van de waarschuwingslampjes
gaat branden, verlaag dan onmiddellijk
uw snelheid, vermijd snelle bochten
en houd rekening met langere
remafstanden. U moet zo snel
mogelijk stoppen en de banden
controleren. Pomp de banden op tot
de juiste spanning zoals aangegeven
op het voertuigplaatje of de
bandenspanningssticker aan de zijkant
van de B-stijl aan de bestuurderszijde.
8-12
Als u niet naar een garagebedrijf kunt
rijden of als de band de bijgepompte
lucht weer verliest, vervang dan de lekke
band door het reservewiel.
Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning blijft branden en
het controlelampje storing TPMS kan
gedurende 1 minuut knipperen en daarna
blijven branden (wanneer ongeveer 10
minuten met een snelheid van meer dan
25 km/uur wordt gereden), totdat de
lekke band van de auto is gerepareerd en
verwisseld.
OPGELET
In de winter of bij koud weer kan
het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaan branden als de
OOS047115L
bandenspanning is aangepast aan de
aanbevolen bandenspanning bij warm
weer. Het betekent niet dat uw TPMS
defect is, omdat de lagere temperatuur
een evenredig lagere bandenspanning
tot gevolg heeft.
Controleer de bandenspanning
en breng deze op de juiste waarde
wanneer u van een warm gebied naar
een koud gebied of vice versa rijdt,
of wanneer de buitentemperatuur
aanmerkelijk toe- of afneemt.
WAARSCHUWING
Schade door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning zorgt
ervoor dat de auto instabiel wordt en
kan ervoor zorgen dat u de controle
over de auto verliest en dat de remweg
wordt verlengd.
Doorrijden op banden met een te lage
spanning kan oververhitte en defecte
banden tot gevolg hebben.