Bestuurdershulp
Het systeem uitschakelen
Druk op de toets Driving Assist
(bestuurdershulp) om het systeem in te
schakelen. Het controlelampje Cruise
(
) dooft.
Druk altijd op de toets Driving Assist
(bestuurdershulp) om de cruisecontrol
uit te schakelen wanneer u het niet
gebruikt.
Informatie
Als uw auto is uitgerust met Manual
Speed Limit Assist, en houd de Driving
Assist knop ingedrukt om Cruise Control
uit te schakelen. Let er wel op dat Manual
Speed Limit Assist nu wordt ingeschakeld.
7-78
■ Type A
■ Type B
OOS070008E
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
de cruisecontrol:
Stel de rijsnelheid altijd lager op de
snelheidslimiet in uw land.
Laat Cruise Control uitgeschakeld
wanneer u het systeem niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat u onbedoeld een
snelheid instelt. Controleer of het
controlelampje Cruise (
is.
De cruisecontrol is geen
vervanging voor correct en veilig
rijgedrag. De bestuurder heeft de
verantwoordelijkheid altijd veilig
te rijden en moet zich altijd bewust
zijn van onverwachte en plotselinge
situaties die zich kunnen voordoen.
Rijd altijd voorzichtig om
onverwachte en plotselinge situaties
te voorkomen. Blijf te allen tijde
letten op de toestand van de weg.
Gebruik de cruisecontrol nooit
wanneer niet veilig met een
constante snelheid gereden kan
worden:
- In druk verkeer of als de
verkeersomstandigheden het
moeilijk maken om een constante
snelheid aan te houden
- Wanneer u rijdt over wegen die
glad zijn door regen, ijs of sneeuw
- Bij het rijden op een heuvelachtige
of winderige weg
- Wanneer u in gebieden met veel
windt rijdt
- Als het zicht tijdens het rijden
beperkt wordt (mogelijk door
slechte weersomstandigheden,
zoals mist, sneeuw, regen of een
zandstorm)
Gebruik de cruisecontrol niet tijdens
het rijden met een aanhanger.
) uit