Bestuurdershulp
Storingen en beperkingen van
het systeem
Storing in het systeem
Type A
OTM070035N
Als Lane Keeping Assist niet naar
behoren werkt, verschijnt de
waarschuwingsmelding 'Check systeem
Hulp bij rijbaan aanhouden' en gaat het
gele
controlelampje branden op
het instrumentenpaneel. Laat de auto in
dit geval inspecteren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
Neem bij het gebruik van het Lane
Keeping Assist (LKA) systeem altijd de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
De bestuurder is er verantwoordelijk
voor veilig te rijden en de auto onder
controle te houden. Vertrouw niet
uitsluitend op het systeem en rijd
nooit gevaarlijk.
Afhankelijk van de
wegomstandigheden en de
omgeving wordt de werking van
Lane Keeping Assist mogelijk
geannuleerd of werkt het systeem
mogelijk niet goed. Wees altijd
voorzichtig als u rijdt.
Raadpleeg 'Beperkingen van het
systeem' als de rijstrook niet goed
wordt gedetecteerd.
Wanneer u een aanhanger of een
ander voertuig sleept, raden we
aan dat u Lane Keeping Assist om
veiligheidsredenen uitschakelt.
7-32
Type B
OTM070035L
Bij hoge rijsnelheden wordt er
niet bijgestuurd. De bestuurder
moet zich altijd aan de geldende
snelheidslimiet houden als hij het
systeem gebruikt.
Mogelijk verschijnt of klinkt
de waarschuwingsmelding of
het waarschuwingssignaal van
Lane Keeping Assist niet als
een waarschuwingsmelding of
waarschuwingssignaal van een
ander systeem wordt weergegeven
of klinkt.
Mogelijk hoort u het
waarschuwingssignaal van Lane
Keeping Assist niet als er veel lawaai
in de omgeving is.
Als u voorwerpen aan het stuurwiel
bevestigt, wordt er mogelijk niet
correct bijgestuurd.
Mogelijk werkt Lane Keeping
Assist niet gedurende 15 seconden
na het starten van de auto of het
inschakelen van de frontzichtcamera.
Lane Keeping Assist werkt niet
wanneer:
- De richtingaanwijzer of
alarmknipperlichten ingeschakeld
zijn
- De auto niet in het midden van de
rijstrook rijdt terwijl het systeem
wordt ingeschakeld of onmiddellijk
na een rijstrookwissel
- ESC (elektronische
stabiliteitscontrole) of VSM
(voertuigstabiliteitsregeling)
geactiveerd is
- De auto door een scherpe bocht
gaat
- De rijsnelheid lager dan 55 km/u of
hoger dan 210 km/u is
- De auto abrupt van rijstrook
wisselt
- De auto plotseling remt