Handige functies
Automatische modus
temperatuurregelsysteem
Het Automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem wordt bediend door de
gewenste temperatuur in te stellen.
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen,
de aanjagersnelheid, de luchtinlaat
en de airconditioning worden
automatisch geregeld op basis van de
door u gekozen temperatuur.
2. Stel de temperatuurregelknop (1) in
op de gewenste temperatuur. Als
de temperatuur wordt ingesteld
op de laagste stand, werkt de
airconditioning continu. Als het
interieur voldoende is afgekoeld, zet
u zo mogelijk de knop op een hogere
temperatuur.
5-60
Selecteer een van de volgende functies
om de automatische werking uit te
schakelen:
- Luchtcirculatietoets
- Toets voorruitontwaseming
(druk de toets nogmaals in om
de voorruitontwasemingsfunctie
weer uit te schakelen. Het
woord 'AUTO' verschijnt weer
op het informatiedisplay van de
temperatuurregeling.)
- Aanjagerknop
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de andere
functies automatisch werken.
Gebruik de toets AUTO en stel de
temperatuur in op 22 °C voor het
OOS050104K
optimale comfort en rendement van de
temperatuurregeling.
Temperatuureenheid wijzigen van °C
naar °F of van °F naar °C:
Houd de OFF-toets ingedrukt en houd de
AUTO-toets 3 seconden ingedrukt.