Handige functies
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS
Ruitenwissers/-sproeiers voor
Achterruitenwisser/-sproeier
A. Regeling wissersnelheid
V – Één keer wissen
O – uit
--- – Intervalwissen
AUTO* – Automatisch wissen
1 – Lage wissersnelheid
2 – Hoge wissersnelheid
B. B: instelling wisserinterval
C. Sproeien met kort wissen (trek de
hendel naar u toe)
D. Bediening ruitenwisser/-sproeier
achter
2 – Hoge wissersnelheid
1 – Lage wissersnelheid
O – uit
E. Sproeien en kort wissen (achter) (duw
de hendel van u weg)
*: indien van toepassing
5-56
Ruitenwissers voor
De werking is als volgt als het contact in
stand ON staat.
V (MIST): Duw de hendel omlaag en
O (OFF): Ruitenwisser is uitgeschakeld.
OOSH059061L
--- (INT): De wisser wist met dezelfde
AUTO: De regensensor bovenin achter
OOSH059062L
1 (LO): De wisser wist met een lagere
2 (HI): De wisser wist met een hogere
Informatie
Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs
alvorens de ruitenwissers te gebruiken of
ontdooi de voorruit gedurende 10 minuten.
Anders werken de ruitenwissers mogelijk
niet goed en kunnen ze beschadigd raken.
Als u sneeuw en/of ijs niet verwijdert
voordat u de ruitenwissers en
ruitensproeiers gebruikt, kan er schade
ontstaan aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem.
laat hem los voor een enkele
wiscyclus. De ruitenwissers
zullen blijven werken zolang
de schakelaar in deze stand
wordt gehouden.
intervallen. Beweeg de
snelheidsregelhendel om
de snelheid te variëren. In
de hoogste stand wissen de
wissers het vaakst (voor meer
regen). In de laagste stand
wissen de wissers het minst
vaak (voor minder regen).
de voorruit registreert de
hoeveelheid regen en schakelt
de ruitenwisser automatisch
in met het juiste interval. Des
te harder het regent, des te
hoger de wissersnelheid. Als het
ophoudt met regenen, wordt
de ruitenwisser automatisch
uitgeschakeld. Beweeg de
snelheidsregelknop (B) om de
snelheid te variëren.
snelheid.
snelheid.