Secundaire parameters en alarmdrempels/alarmgrenzen
Als u op de parameterknop SpO
en kan deze waarde worden gewijzigd.
De ondergrens voor het SpO
parametervenster. Bij het opstarten wordt een standaardwaarde voor de ondergrens voor de
SpO
-waarde van 94% aangehouden. De ondergrens voor het SpO
2
aangepast van 86% tot 99% (of UIT).
Ga als volgt te werk om de instelling van de drempel van een alarm te wijzigen:
1. Druk op de SpO
gemarkeerd.
Draai aan de draaiknop om de waarde van de parameter (%) aan te passen.
2.
Druk op de knop Accepteren.
3.
Contextmenu
Het Masimo-contextmenu is hetzelfde voor zowel SpO
menu staan de volgende pulsoxymeterknoppen:
Stand-by
•
Pulsoxy
•
Snelle SAT
•
Gevoeligheid
•
APOD
•
Gemiddelde over
•
Signaalsterkte
•
Signaal IQ
•
Via het menu kan de pulsoxymeter-bewaking in stand-by worden geplaatst. Het biedt ook
opties om snelle SAT in te schakelen, de gevoeligheid en andere voor Masimo specifieke
parameters aan te passen (zie de onderstaande tabel voor meer informatie).
Om een menu-instelling te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Houd de SpO
Laat de SpO
2.
contextmenu-item dat u wilt wijzigen, wordt gemarkeerd en druk tot slot op de knop
Accepteren. De huidige instelling voor de contextmenuparameter wordt gemarkeerd.
Draai aan de draaiknop om de waarde van de parameter aan te passen.
3.
4.
Druk op de knop Accepteren.
9650-002363-16 Rev A
drukt, wordt de ondergrens voor het SpO
2
-alarm is de enige secundaire parameter voor het SpO
2
-parameterknop totdat de ondergrens voor de SpO
2
-parameterknop ingedrukt totdat het menu wordt weergegeven.
2
-parameterknop los, draai vervolgens aan de draaiknop totdat het
2
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
-alarm kan worden
2
- als HR-parametervensters. In het
2
-alarm gemarkeerd
2
-
2
-limietwaarde wordt
2
4-23