Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ZOLL Z Vent Bedieningshandleiding pagina 165

Beademingsapparaat
Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgestraalde RF
10 V/m
IEC 61000-4-3
80 MHz tot 2,5 GHz
Opmerking 1: Een omgeving met een hoog veld kan leiden tot een alarm.
• In het geval van een interne communicatiefout (bijvoorbeeld SC #1471, 1472, 1474, 1475) verwijdert u de
externe voedingsbron en schakelt u uit en weer in om het beademingsapparaat opnieuw in te stellen.
• In het geval van een fout of storing van de pulsoymeter (bijv. SC # 2301, 3301), worden de alarmen automatisch
gewist - volg in het geval dat het probleem zich blijft voordoen de instructies voor de oplossing.
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische voortplanting wordt
beïnvloed door absorptie en reflectie van structuren, objecten en personen.
a. De ISM-bandbreedtes (industrieel, wetenschappelijk en medisch) tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6,765 MHz tot
6,795 MHz; 13,553 MHz tot 13,567 MHz; 26,957 MHz tot 27,283 MHz; en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.
b. De nalevingsniveaus in de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz, en in het frequentiebereik van 80 MHz tot
2,5 GHz zijn bedoeld om interferentie te beperken door mobiele/draagbare communicatieapparatuur die onopzettelijk in
behandelruimten wordt gebracht. Om deze reden is een aanvullende factor van 10/3 opgenomen in de formule voor het
berekenen van de aanbevolen scheidingsafstand voor zenders in deze frequentiebereiken.
c. De veldsterkte van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefonie (mobiel/draadloos) en landmobiele radio,
amateurradio, AM- en FM-radio, en televisie kan niet nauwkeurig worden voorspeld. Voor het bepalen van de
elektromagnetische omgeving die door vaste RF-zenders wordt gecreëerd, kan een elektromagnetische meting ter plaatse
worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar het beademingsapparaat wordt gebruikt het
RF-nalevingsniveau hierboven overschrijdt, moet worden gecontroleerd of het beademingsapparaat naar
behoren functioneert. Wanneer het beademingsapparaat afwijkend presteert, zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals het
opnieuw instellen of verplaatsen van het apparaat.
d. Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte kleiner zijn dan 3 V/m.
9650-002363-16 Rev A
20 V/m
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
d = 0,6
80 MHz tot 800 MHz
√P
d = 1,15
800 MHz tot 2,5 GHz
√P
waarbij P het nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender in
watt (W) is volgens de specificaties van
de fabrikant en d de aanbevolen
scheidingsafstand in meters (m)
De veldsterkte van vaste RF-zenders
(bepaald door een elektromagnetische
c
meting ter plaatse
) moet kleiner zijn
dan het nalevingsniveau in elk
d
frequentiebereik.
Interferentie kan voorkomen in de
nabijheid van apparatuur die met het
volgende symbool wordt aangeduid:
Specificaties
b
.
A-7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Emv+Eagle iiAev

Inhoudsopgave