Het geluid van alarmen dempen
Tijdens de werking van het apparaat is het gedrag van de knop Dempen afhankelijk van de prioriteit
van het alarm (zie hieronder). Er worden andere dempingen door het alarmsysteem gebruikt. Zie
"Alarmen beheren" voor beschrijvingen van preventief dempen en dempen bij opstarten.
Waarschuwing! Het gebruik in een omgeving met veel geluid — als er veel geluid is in uw omgeving, bent u
eerder geneigd om het geluid van het alarm niet te dempen tijdens het oplossen van een
probleem. Als u echter niet op de knop Geluid dempen drukt, wordt het moeilijker om het
alarm te verhelpen omdat het alarm bij elke ademhaling opnieuw wordt geactiveerd en de
wijzigingen die u in de parameters probeert door te voeren, daarbij steeds worden opgeheven.
Alarmen en hun prioriteit
De prioriteit van een alarm is van invloed op de gebruiksstatus van het apparaat en de
mogelijkheid om een beademing uit te voeren. Een alarm kan de volgende prioriteiten hebben:
Hoge prioriteit
Een door de gebruiker uitgevoerde mechanische beademing is niet mogelijk. Het alarm met deze
prioriteit vereist onmiddellijke interventie aangegeven door een snel knipperende rode alarmled en
een geluidssignaal. Hiertoe behoren storingsalarmen die een defect in het CPU-systeem aangeven. De
activering van hoorbare en zichtbare alarmen is hierbij overgenomen door een back-upsysteem. Het
kan ook optreden als het apparaat is ingeschakeld zonder een interne of externe voedingsbron.
Een alarm met hoge prioriteit kan niet worden uitgeschakeld met de knop Dempen/Annuleren.
U kunt het alarm alleen uitzetten door het beademingsapparaat uit te schakelen. Sommige
alarmen kunnen worden verholpen door het beademingsapparaat uit en weer in te schakelen.
Middelhoge prioriteit
Mechanische beademing kan nog actief of mogelijk zijn (of wordt na een bepaalde tijd afgebroken).
Er is echter iets mis met de patiënt, het beademingscircuit, een pneumatisch subsysteem of de
pulsoximeter. Alarm met deze prioriteit vereist onmiddellijke interventie door de gebruiker en wordt
aangegeven door een langzaam rood knipperende alarmled en een audiosignaal.
Het geluid van een alarm met middelhoge prioriteit kan 30 seconden lang worden gedempt
door op de knop Dempen/Annuleren te drukken. Als de aanleiding voor het alarm na
30 seconden nog steeds aanwezig is, wordt opnieuw het hoorbare alarm afgegeven waarna u het
weer 30 seconden kunt dempen. Het alarm stopt zodra het alarm is verholpen.
Lage prioriteit (aanbeveling)
Hoewel mechanische ventilatie veilig kan plaatsvinden, moet u zich bewust zijn van de storing die is
opgetreden en ervoor zorgen dat de veiligheid van de patiënt en/of het beademingsapparaat is
gewaarborgd. Bij een alarm met lage prioriteit wordt een alarmtoon afgegeven en gaat er een geel
ledlampje branden (traag knipperen) om u te waarschuwen voor het probleem.
Het alarmgeluid kan worden uitgeschakeld door op de knop Dempen/Annuleren te drukken.
Als het alarm niet is verholpen, blijft het gele ledlampje branden zodat u weet dat de storing
nog steeds aanwezig is.
Opmerking: Sommige alarmen van lage prioriteit worden uitgeschakeld nadat u op de knop
9650-002363-16 Rev A
Dempen/Annuleren drukt, waarna het ledlampje groen wordt. Bij andere
alarmen wordt het hoorbare alarm uitgeschakeld terwijl het ledlampje geel blijft.
Dit geeft aan dat het apparaat tijdens het gebruik nauwlettend in de gaten moet
worden gehouden.
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 5 Alarmen
5-3