Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
Parameter Uitsch.cyclus
Voor beademing met een flowcyclus gaat het beademingsapparaat van de inademingsfase over
naar de uitademingsfase wanneer de flow daalt tot onder een ingesteld percentage van de
piekflow. De standaardwaarde is 25% van de piekflow met een bereik van 10 tot 70%. De
uitsch.cyclus wordt doorgaans gebruikt tijdens niet-invasieve beademing om te zorgen dat de
ademhalingscycli synchroon met de patiënt verlopen. Sommige patiënten kunnen problemen
hebben met de cyclus door hun longmechanica of door een zak die verhindert dat de flow de
flowsnelheid van de cyclus bereikt. Wanneer dit gebeurt, kan de spontane beademing op
tijdcyclus gaan, waardoor asynchrone werking wordt veroorzaakt.
U kunt de uitsch.cyclus bijstellen om rekening te houden met lekken bij de patiënt en een
zwakke ademhaling.
Gebruikers moeten zorgvuldig de reactie van de patiënt beoordelen bij het instellen van de
uitsch.cyclus om een asynchrone cyclus en ongemak voor de patiënt te vermijden.
Opmerking: Een spontane ademhaling kan maximaal 5 seconden duren. Aan het einde van
Als de parameter Uitsch.cyclus wordt verhoogd terwijl er geen lek is, wordt de
ademhalingscyclus korter en neemt het toegediende volume af. Als u de parameter
Uitsch.cyclus te hoog instelt, wordt de ademhaling te vroeg beëindigd ten opzichte van de
inspanning van de patiënt. Hierdoor kan er een tweede ademhaling worden getriggerd.
Parameter Limiet spont. Ti
De parameter limiet spont inademing tijd (spont Ti) voorziet in een extra methode om de duur
van de spontane ademhalingen in aanwezigheid van een lek of zwakke respiratoire inspanning
te beperken. De parameter bevat een ademhalingsvraag tijdslimiet voor spontane beademingen.
Volwassene-standaard is 3,00 s, kind-standaard is 2,00 s en masker CPAP standaard is 3,00 s.
4-14
deze periode wordt de flow door het beademingsapparaat beëindigd en wordt de
uitademklep geopend.
www.zoll.com
9650-002363-16 Rev A