Hoofdstuk 1 Algemene informatie
Sensoren:
•
Gebruik de pulsoxymetersensor niet tijdens een MRI-scan. Opgewekte flow kan
•
brandwonden veroorzaken. De pulsoxymeter kan het MRI-beeld beïnvloeden en het MRI-
apparaat kan op zijn beurt de nauwkeurigheid van de dosimetrie beïnvloeden.
Batterijen
Gebruik uitsluitend de bij het apparaat geleverde voeding. Een ander type voeding zou
•
schade of brand kunnen veroorzaken en/of de batterij en het apparaat onherstelbaar kunnen
beschadigen.
Als u ziet dat de batterij of de batterijbehuizing begint op te bollen, als u rook ziet of als de
•
batterij zeer heet aanvoelt, moet u het apparaat uitschakelen, de stekker uit het stopcontact
halen en het apparaat op een veilige plek wegzetten. Houd het apparaat nog 15 minuten in
de gaten en stuur het vervolgens ter reparatie op. Doorboor de batterijen niet en probeer ze
niet uit elkaar te halen.
Veiligheid voor de gebruiker
Gevaar voor elektrische schokken: verwijder beschermende onderdelen niet van de
•
apparatuur. U mag alleen onderhoudswerkzaamheden uitvoeren die specifiek in deze
handleiding worden genoemd. Laat alle onderhoudsbeurten uitvoeren door ZOLL of een
door ZOLL gemachtigd servicecentrum.
Vanwege explosiegevaar mag het apparaat niet worden gebruikt in de buurt van
•
ontvlambare anesthetica of andere brandbare middelen in combinatie met lucht, in een met
zuurstof verrijkte ruimte of met lachgas.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt als in de omgeving kans op explosies bestaat.
•
Raak connectorpinnen die zijn voorzien van het ESD-waarschuwingssymbool niet aan. Tref
•
altijd de nodige voorzorgsmaatregelen bij aansluitingen die elektrostatische ontlading
kunnen veroorzaken.
De installatie van de voeding mag alleen worden gedaan door gekwalificeerd
•
onderhoudspersoneel.
Controleer de betrouwbaarheid van de externe voeding
•
Sluit de vaste apparatuur aan en controleer of de vaste apparatuur op de voeding is
•
aangesloten.
Veiligheid voor de patiënt
Zorg voor elektrische isolatie van de patiënt door overige apparatuur alleen aan te sluiten
•
met een elektronisch geïsoleerd circuit.
1-12
Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing van de Masimo LNCS
•
Gebruik uitsluitend Masimo-oxymetriesensoren voor SpO
•
Zuurstoftransducers (sensoren) van andere fabrikanten kunnen een onjuiste
werking van de oxymeter veroorzaken.
Weefsel kan worden beschadigd als een LNCS-sensor verkeerd wordt aangebracht of
•
gebruikt (bijvoorbeeld als de sensor te strak wordt aangebracht). Controleer de plaats
van de sensor volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van de sensor om
ervoor te zorgen dat de huid intact blijft en de sensor correct is aangebracht en goed
blijft zitten. Bij extreme temperaturen moet u ervoor te zorgen dat de sensor niet bij
overmatige druk wordt toegepast en de toepassing wordt bewaakt om
weefselbeschadiging te voorkomen.
Zorg dat u de LNCS-sensors niet beschadigt. Gebruik nooit LNCS-sensors met
•
blootliggende optische onderdelen. Dompel de sensor niet onder in water, oplosmiddelen
of reinigingsmiddelen (de sensoren en aansluitingen zijn niet waterdicht). Niet steriliseren
met straling, stoom of ethyleenoxyde. Zie de reinigingsinstructies in de
gebruiksaanwijzing van de herbruikbare Masimo LNCS-sensoren.
Gebruik geen beschadigde patiëntkabels. Dompel de patiëntkabels niet onder in
•
water, oplosmiddelen of reinigingsmiddelen (de patiëntkabels zijn niet waterdicht).
Niet steriliseren met straling, stoom of ethyleenoxyde. Zie de reinigingsinstructies
in de gebruiksaanwijzing van de herbruikbare Masimo-patiëntkabels.
www.zoll.com
®
-sensor.
-metingen.
2
9650-002363-16 Rev A