Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Contextmenu - ZOLL Z Vent Bedieningshandleiding

Beademingsapparaat
Inhoudsopgave

Advertenties

Voor hoge en lage alarmgrenzen PIP kan de gebruiker het alarm van hoge PIP instellen van 20
tot 100 cm H
Opmerking: PEEP kan niet worden ingesteld binnen 5 cm H
Waarschuwing! Stel de PIP-ondergrens zodanig in dat deze ten minste PEEP +5 is. Dit vermindert de
kans dat een geknikte slang niet wordt gedetecteerd. Instellen van de PIP-ondergrens
net onder de PIP kan ook dienen voor het detecteren van lekken en een patiëntcircuit
als een PIP gecompenseerde losgeraakte drempel.
Voor het wijzigen van een PIP secundaire parameter gaat u als volgt te werk:
1. Druk meer dan één keer op de PIP-parameterknop totdat de gewenste alarmdrempel in het
PIP-parametervenster wordt gemarkeerd.
Draai aan de draaiknop om een parameterwaarde in te stellen.
2.
Druk op de knop Accepteren.
3.

Contextmenu

Het PIP-contextmenu geeft de gebruiker de mogelijkheid om de druk die nodig is om de
beademing te activeren, aan te passen om de moeite van de ademhaling te minimaliseren en
auto-activering in het geval van lekken en een omgeving met zeer veel beweging te voorkomen.
Bij het beademen van zuigelingen en andere patiënten met een zwakke ademhaling moet de
activeringsdrempel mogelijk worden aangepast. Verlaag de grootte om de inspanning van de
patiënt om in te ademen te verminderen.
Om auto-activering te voorkomen, moet de grootte van de activeringsdruk mogelijk worden
verhoogd. (Dit moet voorzichtig worden gedaan omdat dit de inspanning om adem te halen,
verhoogt en dit kan leiden tot een asynchrone werking.)
De trigger voor spontane/ondersteunde ademhaling is ingesteld op -2,0 cm H
aangepast van -6,0 tot -0,5 cm H
ondersteunde ademhaling te starten moet de patiënt -2,0 cm H
drukdaling wordt gedetecteerd, wordt een ondersteunende beademing toegediend. De
triggerwaarde wordt automatisch aangepast wanneer de PEEP wordt gewijzigd. De ingestelde
drempel voor het activeringsniveau wordt aan de onderkant van het scherm weergegeven.
Waarschuwing! Stel het activeringsniveau zo in dat de ademhalingsinspanning van de patiënt wordt
geminimaliseerd en auto-activering wordt voorkomen. Verlaag bij het beademen van
kinderen en andere patiënten met een zwakke ademhaling de omvang van de
activeringsdrempel (> -2 cm H
te ademen te verminderen. Als er een groot lek aanwezig is tijdens de beademing in
CPAP of BL met LC ingeschakeld, moet de omvang van de activeringsdrempel
mogelijk worden verhoogd om auto-activering met de variabele basislijndruk te
voorkomen.
Luchtwegdrukmetingen worden ook weergegeven. De luchtwegdruk-golfvorm
(0 tot 100 cm H
uitgezet. Zie afbeelding 4-1. De meting van de gemiddelde luchtwegdruk (MAP) (0 tot 99,9 cm
H
O) wordt verstrekt in het extra vak van het scherm van het beademingsapparaat.
2
9650-002363-16 Rev A
O en het lage PIP alarm van 3 tot 35 cm H
2
O onder de baseline (PEEP) -druk. Om een spontane of
2
O) om de benodigde inspanning voor de patiënt om in
2
O) in de tijd met aanduidingen van de PEEP en PIP-bovengrens wordt
2
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
O of het lage PIP-alarm uitschakelen.
2
O van de hoge PIP-instelling.
2
O genereren. Wanneer de
2
O en kan worden
2
4-19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Emv+Eagle iiAev

Inhoudsopgave