Hoofdstuk 5 Alarmen
Alarmtitel (apparaten)
VT spont. ademh. hoog
VT spont. ademh. laag
Ademhalingsvraag
Auto-PEEP
Patiënt niet aangesloten
Fout in uitademsysteem - patiënt
kan niet uitademen
Fout in uitademsysteem - patiënt
kan niet uitademen
Fout in uitademsyst.
Fout bij zelftest - Pneumatische
sensor: Autocal
Fout bij zelftest - Pneumatische
sensor: luchtwegdruk
Verkeerde slang
Veiligheidsalarmen van de patiënt met betrekking tot het gebruik van een
pulsoxymeter
Het beademingsapparaat moet primair worden gebruikt om de patiënt te beademen: het
beademingsapparaat heeft echter een geïntegreerde pulsoxymeter. De pulsoxymeter werkt
alleen als het beademingsapparaat beademt. Als er sprake is van een probleem met de SpO
HR-signalen of de waarde buiten de alarmgrenzen valt, activeert het apparaat alarmen, zoals
aangegeven in de onderstaande tabel.
Opmerking: Pulsoxymetrie is niet beschikbaar wanneer het menu Start is geactiveerd, maar
Alarmtitel (apparaten)
Pulsoxy-sensor niet op patiënt
SpO
te laag (%)
2
5-6
Aangepast bereik, standaard
0 tot 2000, UIT (met pop-upbevestiging;
2000 zonder bevestiging)
Standaard: volwassene: n.v.t. kind: 500
Standaard: UIT in de modus CPAP of BL
Zie overgang en functie-opmerkingen in
hoofdstuk 4.
0 tot 2000, UIT (met pop-upbevestiging;
0 zonder bevestiging)
Standaard: volwassene: n.v.t. kind: 500
Standaard: UIT in de modus CPAP of BL
Zie overgang en functie-opmerkingen in
hoofdstuk 4.
Niet aan te passen, UIT (met alarmmenu)
Niet aan te passen, UIT (met alarmmenu)
Niet aan te passen
Niet aan te passen
Niet aan te passen
Niet aan te passen
Niet aan te passen
Niet aan te passen
Niet aan te passen
pas wanneer de beademing wordt gestart.
Aangepast bereik, standaard
Niet aan te passen, UIT (met alarmmenu)
86 tot 99, (met pop-upbevestiging;
86 zonder bevestiging)
Standaard: 94
www.zoll.com
Servicecode
2172
2173
3092
3091
2100
1060
1061
2062
1051
2053
3073
- of
2
Servicecode
2314
2401
9650-002363-16 Rev A