Ga als volgt te werk om de instelling van de drempel van een alarm te wijzigen:
1. Druk meer dan één keer op de Vt-parameterknop totdat de gewenste alarmdrempel wordt
gemarkeerd.
2.
Draai aan de draaiknop tot de gewenste waarde wordt bereikt.
Druk op de knop Accepteren om de wijziging door te voeren.
3.
Contextmenu
Door indrukken en vasthouden van de Vt-parameterknop wordt het Vt-contextmenu met de
volgende opties geopend:
Naleving
•
Volwassene
•
Kind
•
Nalevingsvolume
•
De slangnaleving kan worden ingesteld op uit, volwassene of kind.
Gebruikers kunnen kiezen voor de standaardwaarden voor het volwassene of kindcircuit voor
de standaard ZOLL volwassene/kind en kind/zuigeling patiëntcircuits. Naleving voor het
herbruikbare circuit moet worden aangepast volgens het etiket van het circuit.
Het patiëntcircuit maakt deel uit van het ademhalingssysteem van het beademingsapparaat. De
naleving van de slangen in het circuit is een fysieke eigenschap die invloed heeft op het
teugvolume dat aan de patiënt wordt toegediend. Met het beademingsapparaat kunt u de
nalevingswaarde van het circuit aanpassen (zie hoofdstuk 6 voor meer informatie).
Slangnaleving kan worden aangepast en een andere nalevingswaarde voor elk type circuit kan
worden ingevoerd door een van de menuopties te selecteren. Het bereik wordt beperkt voor de
volwassen-patiëntcircuits van 0 tot 3,5 ml/cm H
voor kinderen om een selectie buiten het bereik van de standaardcircuits te voorkomen.
Om ongewenst of onveilig gebruik van deze functie te voorkomen, wordt de compensatie voor
slangnaleving uitgeschakeld bij het opstarten.
Instellingen voor volwassenen en kinderen komen overeen met het standaard gebruikte patiënt
stercircuit. Het volwassene CT-bereik ligt tussen 0 en 3,50 ml/cm H
cm H
O) en het zuigelingen CT-bereik ligt tussen 0 en 2,00 ml/cm H
2
H
O).
2
Tijdens volumegerichte beademing corrigeert het beademingsapparaat voor de afname als
gevolg van CT door de correctie aan de ingestelde Vt toe te voegen, waardoor wordt gezorgd
dat het ingestelde volume aan de patiënt wordt toegediend. Tijdens drukgerichte ademhalingen
wordt het compensatievolume afgetrokken van de weergegeven Vt om het aan de patiënt
toegediende volume aan te geven.
Voor het wijzigen van een Vt-contextmenu-instelling gaat u als volgt te werk:
1. Houd de Vt-parameterknop ingedrukt totdat het Vt-contextmenu wordt weergegeven.
2.
Laat de Vt-parameterknop los en draai vervolgens aan de draaiknop totdat het contextmenu-
item dat u wilt wijzigen, wordt gemarkeerd en druk vervolgens op de knop Accepteren. De
huidige instelling voor de contextmenuparameter wordt gemarkeerd.
Draai aan de draaiknop om de waarde van de parameter te wijzigen.
3.
Druk op de knop Accepteren.
4.
9650-002363-16 Rev A
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
O en van 0 tot 2 ml/cm H
2
2
O voor de circuits
2
O (standaard van 1,60 ml/
O (standaard 0,5 ml/cm
2
4-17