Parameterinstellingen wijzigen
Met behulp van het beademingsapparaat kunt u de patiënt beheren door de parameters van het
beademingsapparaat in te delen in groepen die worden benaderd via parametervensters aan de
rechterkant van het weergavescherm. Met een knop die met elk venster overeenkomt kunt u
parameters selecteren en instellen.
Optie parametergroep
Primaire parameter
Secundaire parameters en
alarmdrempels/alarmgrenzen
Contextmenu
Parameters die zijn bepaald door de gebruiker worden weergegeven als effen tekst (of een
ononderbroken symbool) in het parametervenster of in de extra vakken. Parameters die
afhankelijk zijn van de patiënt worden weergegeven als omlijnde tekst in het parametervenster.
In afbeelding 4-1 ziet u parametervensters.
Extra
vakken
9650-002363-16 Rev A
Beschrijving
De instelling van de primaire parameter is toegankelijk en wordt
bepaald door middel van het parametervenster. Deze zijn
geëtiketteerd met groot lettertype als: HR, SPO
bpm en modus.
Secundaire parameters die betrekking hebben op de primaire
parameter en alarmgrenzen voor alarmen die betrekking hebben
op de primaire parameter (klein lettertype).
Aanvullende instellingen die de werking van het apparaat met
betrekking tot de primaire parameter verder aanpassen.
Afbeelding 4-1 Parametervensters en extra vakken
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
, FIO
, PIP, Vt,
2
2
Ononder-
broken
Symbool
Effen
tekst
Tekst
Outlined
met
Text
kader
4-5