Opladen: als het apparaat werkt op externe voeding kan er een alarm worden afgegeven
wanneer de batterij de minimumtemperatuur bij opladen van 0
Naleving is een fysieke eigenschap van het beademingscircuit dat op basis van de temperatuur
kan veranderen. De conformiteit van het circuit neemt af naarmate de temperatuur daalt. Bij
lage temperaturen kunt u de mate van naleving van het beademingsapparaat verlagen.
De werking van de O
moet u bij een lage temperatuur in de gaten houden of de patiënt een toereikend teugvolume
krijgt toegediend en de SpO
Bij een temperatuur van ~ - 26 °C moet u het apparaat gedurende enkele minuten laten draaien
om de O
Bij lage temperaturen kunt u de werking van het apparaat verbeteren door het tijdens het gebruik in
de zachte draagtas te laten zitten. De tas heeft een isolerende werking waardoor warmte die wordt
gegenereerd door de compressor, printplaten en voedingsbron wordt vastgehouden.
Hoogte
ZOLL-beademingsapparaten zijn geschikt voor gebruik van 110 kPa tot 37,6 kPa (-2250 tot
25.000 ft (-685 meter tot 7620 meter)). Via een sensor voor absolute barometerdruk wordt de
atmosferische druk gemeten. Op basis van de meetresultaten vindt een continue correctie plaats
van de output van het apparaat om de beademingsparameters constant te houden. Als de hoogte
> 7620 meter is, wordt een alarm met lage prioriteit geactiveerd. Als dit gebeurt, moet u de
maximale inademingsdruk (PIP) in de gaten houden en het teugvolume zodanig aanpassen dat
de PIP constant blijft. Daarnaast moet u op basis van het geluid van de ademhaling en de
beweging van de borstkas bepalen of een adequate beademing in stand wordt gehouden. Het
teugvolume neemt toe als de hoogte toeneemt, dus moet u maatregelen treffen om te
voorkomen dat er te veel druk in de longen komt als de hoogte boven > 7620 meter komt. Als
er wijzigingen worden aangebracht boven > 7620 meter, dient u terug te gaan naar de
oorspronkelijke instellingen, zodra de werking wordt hervat in het gecompenseerde bereik (de
led zal schakelen van geel naar groen).
Waarschuwing! Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met hyperbare zuurstof. Het gebruik in een
hyperbare zuurstofkamer kan leiden tot letsel bij de patiënt en/of schade aan het apparaat.
Regen en sneeuw
Stel het apparaat zo min mogelijk bloot aan regen of sneeuw. Gebruik de optionele zachte
draagtas die is meegeleverd met het beademingsapparaat om het te beschermen tegen regen en
sneeuw. U kunt het apparaat blijven gebruiken als u het apparaat bij dit soort
weersomstandigheden in de zachte draagtas laat zitten met de bijgeleverde regenhoes
eroverheen. Onder dergelijke omstandigheden is werking van de batterij vereist en zijn de
pulsoxymeter-patiëntkabels niet op het apparaat aangesloten. De zachte draagtas en de
regenhoes voorkomen dat er regen en sneeuw op het oppervlak van het apparaat komen.
Wanneer het zo hard regent dat er water in de compressor zou kunnen komen, kunt u de inlaat
van de compressor afschermen met een bacteriën-/virussenfilter.
9650-002363-16 Rev A
-klep kan worden beïnvloed door extreem lage temperaturen. Daarom
2
-meetwaarden controleren.
2
-klep te bewegen voordat u het beademingsapparaat aansluit op de patiënt.
2
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 6 Gebruiksomgeving
°
C heeft bereikt.
6-3