Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
Gewijzigde parameters voor toekomstig gebruik opslaan
Als u parameters wijzigt, kunt u deze voor toekomstig gebruik via de menuoptie Aangep. inst.
(Aangepaste instellingen) opslaan.
Volg deze stappen om de gewijzigde parameters voor toekomstig gebruik op te slaan.
1. Breng de wijzigingen voor de gewenste parameter aan met behulp van de
parameterknoppen, de draaiknop en de knop Accepteren, terwijl het beademingsapparaat is
ingeschakeld.
2.
Druk op de knop Menu.
Markeer Opstart-instellingen met de draaiknopen druk vervolgens op de knop Accepteren.
3.
Markeer Aangepaste instellingen met de draaiknop, druk op de knop Accepteren om
4.
Opslaan te markeren en druk vervolgens opnieuw op de knop Accepteren om de gewijzigde
parameters op te slaan.
Ga als volgt te werk om te bevestigen dat de gewijzigde gegevens worden opgeslagen als
Aangep. inst. of om deze te gebruiken:
1. Schakel het beademingsapparaat in.
Markeer, als het opstartmenu weergegeven, Aangep. inst. met de draaiknop en druk
2.
vervolgens op de knop Accepteren.
3.
De aangepaste parameterinstellingen worden weergegeven in de parametersvensters.
Waarschuwing! Met de opties Aangep. inst. en Laatste instellingen wordt de huidige configuratie van
het beademingsapparaat opgeslagen. Zorg er altijd voor dat de
beademingsinstellingen en de alarmgrenzen geschikt zijn voor de patiënt.
Laatste instellingen op het beademingsapparaat gebruiken
Het beademingsapparaat behoudt de laatst ingeschakelde instelling die op het
beademingsapparaat is gebruikt (zelfs als deze niet als aangepaste instelling zijn opgeslagen).
Zo gebruikt u de laatste instellingen:
1. Schakel het beademingsapparaat IN, wacht tot de zelftest is voltooid en het menu Start
wordt weergegeven.
Draai aan de draaiknop om de keuze Laatste instellingen te markeren.
2.
Druk op de knop Accepteren om uw keuze in te schakelen.
3.
Het beademingsapparaat begint met de laatst gebruikte instellingen.
Waarschuwing! Laatste instellingen gebruikt alle parameters, met inbegrip van alarmen. U moet
ervoor zorgen dat zowel de instelling als de alarmen geschikt voor de patiënt zijn.
4-8
www.zoll.com
9650-002363-16 Rev A