In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een ZOLL-beademingsapparaat buiten een ziekenhuis
moet worden gebruikt. De volgende omstandigheden komen aan bod:
Transportomstandigheden
•
Zware omstandigheden -- preklinisch en tijdens vervoer
•
Gevaarlijke omstandigheden -- in aanwezigheid van chemische en/of biologische gifstoffen
•
MRI-omgeving -- tijdens een MRI-scan
•
Het beademingsapparaat gebruiken in transportomstandigheden
Het beademingsapparaat is ontworpen voor gebruik in veld- en transportomstandigheden met
onder andere wegambulances, vliegtuigen en helikopters. Het beademingsapparaat is bedoeld
om tijdens het transport op de batterij te werken.
Het beademingsapparaat in zware omstandigheden gebruiken
Het beademingsapparaat kan worden gebruikt in zware preklinische omstandigheden en tijdens
vervoer door de lucht of over land. Om de zorg voor de patiënt veilig te laten verlopen, moet u
kennis hebben van de werking van het beademingsapparaat. In dit soort omstandigheden moet
u de patiënt en het apparaat goed in de gaten blijven houden. De omstandigheden in de
omgeving van het apparaat (zoals temperatuur en atmosferische druk) worden voortdurend
gemeten en wanneer er buitengewone omstandigheden zijn, wordt u hiervan op de hoogte
gebracht via een alarm met lage prioriteit dat de aard van de omstandigheden aangeeft en een
melding met de nodige maatregelen. Een alarm met lage prioriteit dient als advies. Het apparaat
werkt gewoon naar behoren.
Rondzwevende deeltjes
In normale omstandigheden wordt het gastraject door een intern 2-fasenfiltersysteem
beschermd tegen deeltjes die worden meegevoerd door de inlaat voor vers gas/luchtinlaat voor
9650-002363-16 Rev A
Gebruiksomgeving
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 6
6-1