Inhoudsopgave
Advertenties
In het geval dat een patiënt wordt gedetecteerd voordat een optie van het menu Start is gekozen,
wordt een alarm met middelhoge prioriteit weergegeven om aan te geven dat een patiënt is
aangesloten op een niet-beademend apparaat.
In de modus PD wordt lage en middelhoge prioriteit alarmonderdrukkend gedrag gehandhaafd.
Geactiveerde alarmen met lage en middelhoge prioriteit worden weergegeven. Na
onderdrukken of verhelpen wordt het menu Start opnieuw weergegeven. PD-modus heeft geen
invloed op alarmen met hoge prioriteit.
Het apparaat begint onmiddellijk met beademing met de instelling zoals beschreven in
onderstaande tabel:
Opmerking: Als het patiëntdetectiealarm actief is, wordt '---' weergegeven in het
In PD-modus worden batterij- en stroom-, omgevings- en zelftestalarmen gedetecteerd en
weergegeven als ze in het apparaat aanwezig zijn. Alleen de onderstaande geselecteerde
condities voor patiëntveiligheidsalarm worden gedetecteerd:
Servicecode 2110 - patiënt gedetecteerd
•
Service code 2062 (fout in uitademsyst.) en 1060 (fout in uitadem- systeem)
•
Service code 1061 (fout in uitadem- systeem)
•
Back-upmodi
In geval van bepaalde interne systeemfouten neemt een back-upmodus het over om door te
gaan met beademing en wordt de gebruiker gewaarschuwd met hoorbare en zichtbare alarmen.
Terwijl het apparaat in de back-upmodus werkt, wordt doorgegaan met beademen met de
huidige instellingen die in gebruik waren voordat de storing optrad. Wijzigingen in de
apparaatinstellingen zijn niet mogelijk. De back-upmodus is geactiveerd met alle interne
COMM-storingsalarmen (Servicecodes: 1173, 1471, 1472, 1474 en 1475)
Als in de back-upmodus een van de volgende omstandigheden gedurende drie opeenvolgende
ademhalingen worden gedetecteerd, schakelt het apparaat over op een doelgerichte configuratie
(zie de tabel hieronder) om verder te gaan met de ondersteuning van de patiënt en om zo
overmatige luchtwegdruk te voorkomen.
Luchtwegdruk te hoog (servicecode: 2070)
•
Patiënt niet aangesloten (servicecode: 2100)
•
Auto-PEEP (servicecode: 3091)
•
Opmerking: Aangezien de prioriteit van deze voorwaarden een lagere prioriteit hebben dan de
De instructies om alarm te verhelpen voor de afzonderlijke alarmen, moeten worden opgevolgd
voor het beheren van de patiënt en het apparaat als de back-up actief is.
Apneuback-upmodus
Apneuback-up wordt geactiveerd wanneer het Apneualarm (servicecode 2076) wordt
geactiveerd tijdens de modus CPAP of BL. Het alarm wordt geactiveerd wanneer de spontane
ademfrequentie lager is dan de BPM-ondergrens voor het alarm. Instellingen voor Apneuback-
up moeten worden geconfigureerd voor de behoeften van de afzonderlijke patiënt. Dit wordt
gedaan in de contextmenumodus wanneer de modus CPAP of BL is. Hoofdstuk 4 bevat
gedetailleerde informatie over het bewerken van de contextmenumodus samen met de
standaardinstellingen en de instellingsbereiken.
Daarnaast levert de knop Handmatige beademing één beademing als u erop drukt, met behulp
van de huidige instellingen voor Apneuback-up-instellingen voor een verplichte beademing in
de modi CPAP en BL.
9650-002363-16 Rev A
modusparametervenster. Dit wordt gedaan om de gebruiker te stimuleren het
beademingsapparaat correct voor de patiënt te configureren.
oorspronkelijke storing waardoor de back-upmodus werd ingeschakeld, worden
deze alarmen niet zichtbaar in het AMC.
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 5 Alarmen
5-15
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
