Initiële werking met standaard parameterinstellingen
Na het inschakelen wordt door het beademingsapparaat een zelftest uitgevoerd (een reeks
systeemtests en controles). Als de zelftest is geslaagd, gaat de led groen branden en wordt het
menu Start weergegeven ten teken dat het beademingsapparaat operationeel is.
In het menu Start kan de gebruiker kiezen tussen voorgedefinieerde parameterinstellingen van het
beademingsapparaat (voor volwassenen, kinderen, patiënten die een masker CPAP nodig hebben), een
eerder opgeslagen reeks aangepaste parameterinstellingen of de parameterinstellingen die het laatst zijn
gebruikt met het beademingsapparaat. De keuzes van het menu Start omvatten:
Keuze
Volwassene
Kind
Masker CPAP
Aangepast
Laatste instellingen
Waarschuwing! Sluit de patiënt niet op het beademingsapparaat aan als het menu Start is geactiveerd.
Standaard parameterinstellingen voor volwassenen, kinderen en masker CPAP
De standaard parameterinstellingen kunnen worden aangepast om te voldoen aan de
landspecifieke kenmerken. Dit zijn de standaard fabrieksinstellingen voor volwassenen,
kinderen en masker CPAP:
Standaard parameterinstelwaarden voor volwassenen
Parameter
Modus
BPM
I:E
VT
PEEP
PIP-limiet
FIO
2
9650-002363-16 Rev A
Beschrijving
Vooraf ingestelde beademingsparameterinstellingen voor
volwassen patiënten.
Vooraf ingestelde beademingsparameterinstellingen voor kinderen.
Vooraf ingestelde beademingsparameterinstellingen voor masker
CPAP-beademing (Continuous Positive Airway Pressure, continue
positieve luchtwegdruk).
Parameterinstellingen voor beademing die eerder zijn opgeslagen
door een gebruiker.
De instellingen die waren ingeschakeld op het
beademingsapparaat tijdens het laatste gebruik (maar niet
opgeslagen als aangepaste instellingen door de gebruiker).
Standaard instelwaarde
AC (V)
12
1:3
450
5
35
21
Bedieningshandleiding voor het ZOLL-beademingsapparaat
Hoofdstuk 4 Het beademingsapparaat gebruiken
4-3