Hoofdstuk 5 Alarmen
Alarmen van het alarmconfiguratiemenu uitschakelen
Er zijn klinische situaties waarin er een alarm optreedt en dit alarm volgens de klinische
beoordeling van de gebruiker als hinderlijk wordt ervaren en geen invloed heeft op de veilige
behandeling van de patiënt.
Op het beademingsapparaat kan een aantal alarmen worden uitgeschakeld voor de duur van het
huidige gebruik. Deze alarmen worden in de volgende tabel vermeld:
Alarmtitel
Auto-PEEP
PEEP-lekkage
Onderhoud nodig
Batterij RTC bijna leeg
Ademhalingsvraag
Inlaat geblokkeerd
Voor het uitschakelen van een alarm drukt u op de knop Menu en scrolt u met de draaiknop
door het alarmconfiguratiemenu. Druk op de knop Accepteren. Scrol vervolgens met de
draaiknop omlaag naar het alarm dat moet worden uitgeschakeld en druk op Accepteren.
Selecteer Uit met de draaiknop en druk vervolgens op Accepteren om de wijziging te voltooien.
Alarmen die zijn opgetreden in de huidige sessie kunnen worden geannuleerd.
•
Alarmen die niet zijn opgetreden sinds het apparaat werd ingeschakeld, worden aangegeven
•
met "--".
Uitgeschakelde alarmen worden niet opgeslagen bij de gebruikersinstellingen voor de
•
volgende sessie.
Alle uitgeschakelde alarmen worden (indien van toepassing) opnieuw weergegeven wanneer
•
het beademingsapparaat opnieuw wordt gebruikt. (Voorbeeld: alarm 3480 "Fout bij zelftest,
kalibratie nodig" wordt bij de volgende sessie van het apparaat opnieuw weergegeven.)
Opmerking: Om hinderlijke alarmen te voorkomen, wordt het auto-PEEP-alarm (#3091) bij
Patiëntdetectiemodus:
Bij het inschakelen van het apparaat met het Menu Start, heeft het apparaat een alarm Patiënt
gedetecteerd (PD) om te detecteren of een op het apparaat aangesloten patiënt zich in een niet-
beademende toestand bevindt. Het apparaat detecteert drukwijzigingen die de volgende
omstandigheden weergeven:
Van kinderen tot volwassen patiënten zonder ademhalingsinspanning/
•
Van kinderen tot volwassen patiënten met actieve ademhalingsinspanning/
•
Van kinderen tot volwassenen met ademhalingscircuits die zijn verbonden met maskers.
•
5-14
Servicecode
3091
2090
3120
3110
3092
3031
het opstarten uitgeschakeld. De gebruiker kan ervoor kiezen om het alarm te
activeren als ze menen dat de patiënt risico loopt op auto-PEEP.
www.zoll.com
Beperkingen
Om hinderlijke alarmen te voorkomen, wordt het
auto-PEEP-alarm bij het opstarten uitgeschakeld.
De gebruiker kan kiezen om het alarm te activeren
als hij/zij denkt dat de patiënt risico op auto-PEEP
loopt.
Alarmen die zijn opgetreden in de huidige sessie
kunnen worden geannuleerd.
9650-002363-16 Rev A