Hoofdstuk 5 Alarmen
Servicecode
3131
3132
3140
3141
5-36
Naam alarm/oplossing
Altitude te hoog - Boven de compensatiegrens voor hoogte
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de transducer voor de atmosferische druk een
hoogte van > 25.000 ftdetecteert. Boven deze altitude wordt nog steeds een
hoogtecompensatie voor 7620 meter toegepast. Alhoewel de gebruiker op grotere
hoogtes de luchtwegdruk in de gaten moet houden en het teugvolume moet
verlagen, blijven de prestaties nagenoeg hetzelfde. Indien mogelijk moet de
cabinedruk binnen de grenzen voor compensatie worden gehouden.
Oplossing/info: Boven de compensatiegrens voor hoogte, Handhaaf
luchtwegdruk, Kijk of borstkas omhoog komt, Bewaak beademingsapp./
pat., **Ga zo mogelijk naar lagere altitude/wijzig cabinedruk**
Altitude laag - Hoge barometerdruk gemeten, Buiten compensatiegrens
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de omgevingsdruktransducer een hoogte van -
2.000 meter onder zeeniveau detecteert. Dit kan worden veroorzaakt door gebruik
bij een onderaardse reddingsoperatie of een verkeerd gebruik in een hyperbare
kamer.
OPMERKING: het apparaat is niet bedoeld voor gebruik in hyperbare kamers of op
hyperbare druk.
Oplossing/info: Hoge barometerdruk gemeten, Buiten
compensatiegrens, Handhaaf luchtwegdruk, Kijk of borstkas omhoog
komt, Bewaak patiënt en beademingsapp., **Breng omgevingstemp.
omlaag**
Fout met omgevingstemp. - Hoge temperatuur gemeten
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de omgevingstemperatuur de limiet voor een
normale werking van het beademingsapparaat van > 55 °C overschrijdt. Hoewel het
apparaat bij deze temperaturen kan worden gebruikt, krijgt de gebruiker hier wel een
bericht van. Gebruik boven de opgegeven limiet kan de levensduur van de interne
batterij en de werkingsduur beïnvloeden. Tijdens het gebruik bij hoge temperaturen
moet de gebruiker de zachte draagtas verwijderen omdat deze door de isolerende
werking het beademingsapparaat nog verder opwarmt.
Oplossing/info: Hoge temperatuur gemeten, Verwijder het gevoerde
omhulsel, **Bewaak patiënt en beademingsapp.**
Fout met omgevingstemp. - Lage temperatuur gemeten
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de omgevingstemperatuur daalt tot onder de
limiet van < -10 °C voor een normale werking van het beademingsapparaat. Hoewel
het apparaat bij deze temperaturen kan worden gebruikt, krijgt de gebruiker hier wel
een bericht van. Gebruik onder de opgegeven limiet kan de levensduur van de
interne batterij en de werkingsduur beïnvloeden. Bij extreem lage temperaturen kan
de werkingsduur aanzienlijk worden verkort. Tijdens het gebruik bij lage
temperaturen moet de zachte draagtas worden gebruikt omdat deze door de
isolerende werking het beademingsapparaat opwarmt.
Oplossing/info: Lage temperatuur gemeten, Breng gevoerde omhulsel
aan, **Bewaak patiënt en beademingsapp.**
www.zoll.com
9650-002363-16 Rev A