Kinderzitjes
Oudere kinderen
Oudere kinderen die de zittingver-
hoger zijn ontgroeid, moeten de veilig-
heidsgordels van de auto dragen.
In de gebruiksaanwijzing van de fabri-
kant vindt u de gewichts- en lengtebe-
perkingen voor de zittingverhoger.
Gebruik een zittingverhoger met
driepuntsgordel totdat het kind voor
de volgende test slaagt:
Ga helemaal naar achteren op de
stoel zitten. Buigen de knieën bij
de zittingrand? Zo ja, ga verder. Zo
nee, blijf de zittingverhoger
gebruiken.
Maak de driepuntsgordel vast.
Rust de schoudergordel op de
schouder? Zo ja, ga verder. Zo nee,
probeer de comfortgeleider voor de
achterste gordel, indien aanwezig.
Zie "Comfortgeleiders op veilig-
heidsgordels achterin" onder
Heup-schoudergordel 0 76. Als er
geen comfortgeleider aanwezig is
of als de schoudergordel niet op de
schouder rust, moet u de zitting-
verhoger blijven gebruiken.
Valt de heupgordel laag en strak
om de heupen en raakt deze de
bovenbenen? Zo ja, ga verder. Zo
nee, blijf de zittingverhoger
gebruiken.
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Blijft de veiligheidsgordel
gedurende de rit goed op zijn
plaats zitten? Zo ja, ga verder. Zo
nee, blijf de zittingverhoger
gebruiken.
Q: Hoe worden veiligheidsgordels
op de juiste manier gedragen?
A: Een ouder kind moet een
driepuntsgordel dragen en profi-
teren van de extra ondersteuning
door de schoudergordel. De schou-
dergordel mag niet over het
gezicht of de hals lopen. De
heupgordel moet strak onder de
heupen zitten en de bovenkant
van de bovenbenen nét raken.
Hierdoor komt de kracht van de
gordel bij een ongeval op de
heupbeenderen van het kind.
Draag de gordel nooit over de buik.
Hierdoor kan bij een ongeval
zwaar of dodelijk inwendig letsel
ontstaan.
Zie ook "Comfortgeleiders op veilig-
heidsgordels achterin" onder
Heup-schoudergordel 0 76.
93