206
RIJDEN EN BEDIENEN
ON/RUN/START (aan/rij/start)
(groen controlelampje) : Deze stand
is voor rijden en starten. Met het
contact uit en het rempedaal ingetrapt
schakelt u het contact in door één
keer op de knop te drukken. Laat de
knop los zodra de motor begint rond
te draaien. De motor blijft aanslaan
tot hij draait. Zie Motor starten 0 206.
Het contact blijft dan aan.
Onderhoudsmodus
Deze vermogensmodus is beschikbaar
voor service en diagnose en om de
juiste werking van het storingsindica-
tielampje te controleren, wat nodig
kan zijn voor inspectie van de uitstoot.
Als de auto is uitgeschakeld en het
rempedaal niet wordt ingetrapt, houdt
u de knop langer dan vijf seconden
ingedrukt om de modus in te
schakelen die bestemd is voor onder-
houd. De instrumenten en audiosys-
temen zullen werken zoals het geval is
wanneer het contact aan is, er kan
echter niet met de auto worden
gereden. De motor kan niet starten in
de modus die bestemd is voor onder-
houd. Druk nogmaals op de knop om
het contact uit te schakelen.
Motor starten
Beweeg de schakelhendel naar de
stand P (parkeren) of N (neutraal). Om
de motor opnieuw te starten wanneer
de auto al rijdt, gebruikt u alleen N
(neutraal).
Voorzichtig
Probeer nooit om naar P (Park) te
schakelen bij een auto dat in
beweging is. Als u dit toch doet,
kan de versnellingsbak beschadigd
raken. Schakel alleen naar P (Park)
als de auto stilstaat.
Voorzichtig
Als u elektrische onderdelen of
accessoires toevoegt, kan de
werking van de motor wijzigen. De
ontstane schade wordt niet gedekt
door de autogarantie. Zie Niet-origi-
nele elektrische apparatuur 0 258.
Startprocedure
1. Als de auto is uitgerust met het
Keyless Entry-systeem, moet de
RKE-zender zich in de auto
bevinden. Houd het rempedaal
ingetrapt en druk op de knop
ENGINE START/STOP. Laat de
knop los wanneer de motor
begint te draaien.
Het stationaire toerental zal
afnemen zodra de motor
opwarmt. Laat het onbelaste
motortoerental niet direct
oplopen als de motor net is
gestart.
Als de RKE-zender niet in de
auto aanwezig is, als er versto-
ring is door andere apparatuur of
als de batterij in de RKE-zender
zwak is, wordt er een melding
getoond op het Driver Informa-
tion Center. Zie Centraal vergren-
delingssysteem (RKE), werking
0 29.