Zie Voertuig starten op afstand 0 35 en
Voorstoelen met stoelverwarming en
-ventilatie 0 68.
Sensor
De zoninstraling wordt gemeten door
de zonnesensor die bovenop het
instrumentenpaneel bij de voorruit zit.
Voor een optimaal comfort gebruikt
de klimaatregeling de sensorinfor-
matie om de temperatuur, aanjager-
snelheid, recirculatie en luchtverdeling
aan te passen.
Als deze sensor is afgedekt, kan het
automatische klimaatregelsysteem
niet goed werken.
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Klimaatregeling achterin
De klimaatregeling achterin bevindt zich aan de achterkant van de middencon-
sole. De instellingen kunnen worden gewijzigd met de klimaatregelingsknoppen
en het klimaatregelingsdisplay achterin.
Knoppen klimaatregeling achterin
1. Temperatuurregeling bestuur-
ders- en passagierskant achter
2.
(Aan/Uit)
3. Regeling luchtverdeling
4. AUTO (automatische regeling)
5. Ventilatorregeling
183