8
KORT EN BONDIG
22. Diagnoseaansluiting (DLC) (niet
zichtbaar). Zie Storingsindicatie-
lampje (Storingsindicatielampje
motor) 0 138.
23. Opbergvak instrumentenpaneel
0 113.
Zekeringenhouder instrumentenpa-
neel 0 287.
24. Elektrische parkeerrem 0 216.
Instrumentenpaneelverlichting,
regeling 0 173 (niet zichtbaar).
Head-Up Display (HUD) 0 150
(indien aanwezig) (niet
zichtbaar).
Basisinformatie
Rij-informatie bij aanvang
Dit hoofdstuk geeft u een kort
overzicht van enkele van de
voornaamste kenmerken waarover uw
specifieke auto mogelijk beschikt.
Voor nadere informatie raadpleegt u
de beschrijvingen van elk kenmerk
verderop in dit instructieboekje.
Stop/Start-systeem
De auto heeft een Stop/Start-systeem
dat de motor kan afzetten en zo
brandstof helpt besparen.
Wanneer de auto na bediening van
het rempedaal helemaal tot stilstand
is gekomen, slaat de motor mogelijk
af. Bij het loslaten van het rempedaal
of het intrappen van het gaspedaal
start de motor weer.
Mits aanwezig kan de functie automa-
tische motorstart/-stop worden
gedeactiveerd door
op de midden-
console aan te raken. Zie Motor starten
0 206.
Centraal vergrendelings-
systeem (RKE)
De afstandsbedieningszender (RKE)
werkt tot maximaal 60 m (197 ft)
afstand.
Druk op de knop om de sleutel te
verwijderen. De sleutel kan voor het
bestuurdersportier worden gebruikt.
Druk op
om afhankelijk van
Persoonlijke instellingen het bestuur-
dersportier of alle portieren te
ontgrendelen. Mits aanwezig wordt de
tankklep ook ontgrendeld.