250
RIJDEN EN BEDIENEN
Waarschuwing
(Vervolg)
Wees erop voorbereid om actie te
ondernemen en te remmen. Voor
meer informatie, zie Defensief rijden
0 194. Houd de Night Vision-sensor
schoon en in een goede staat van
onderhoud.
Voetgangersdetectie werkt bij hoge
buitentemperaturen wellicht niet. Er
verschijnt een oranje pictogram,
Het systeem hoeft niet te worden
nagekeken.
Bij regen, sneeuw of mist is het beeld
mogelijk niet helder en ziet u wellicht
niet waarheen de weg voert. Bij nog
slechter weer is het beeld mogelijk
vaag en onbruikbaar. Het systeem
hoeft niet te worden nagekeken.
Houd de systeemsensor vrij door dor
maximaal vijf keer wissen met de
ruitenwissers wanneer het voldoende
donker is om het systeem te laten
werken. Gebruik als het Night Vision--
beeld nog steeds vaag is een zachte
vochtige doek om de lens van de
sensorcamera voorzichtig te reinigen
en goed te drogen. De sensor zit
achter de voorbumpergrille aan de
binnenkant van de koplamp bestuur-
derszijde.
Voor een goede werking moet de
camera ook goed uitgelijnd zijn.
Raadpleeg de dealer als de camera
moet worden afgesteld. Probeer de
camera niet zelf af te stellen.
Dodehoekwaarschuwing
(SBZA)
.
Indien aanwezig, helpt het SBZA-sys-
teem de bestuurder bij het wisselen
van rijstrook om een aanrijding te
voorkomen met een rijdend voertuig
in de dode hoek(en). Als de auto in
een vooruitversnelling staat, licht het
display in de linker of rechter buiten-
spiegel op als zich een rijdend
voertuig in die dode hoek bevindt. Als
de richtingaanwijzer wordt geactiveerd
en er zich ook een voertuig aan deze
zijde bevindt, waarschuwt het knippe-
rende display u om niet van rijbaan te
wisselen. Aangezien dit systeem
onderdeel vormt van het waarschu-
wingssysteem voor rijstrookwisseling
(LCA), dient u het hele onderdeel LCA
te lezen voordat u deze functie
gebruikt.
Waarschuwing voor rijst-
rookwisseling (LCA)
Indien de auto over het LCA-systeem
beschikt, wordt hulp geboden bij het
wisselen van rijstrook om een aanrij-
ding te voorkomen. Het systeem geeft
een waarschuwing indien zich een
rijdend voertuig in de dode hoek(en)
bevindt of als hier een snel van
achteren naderend voertuig wordt
gedetecteerd. De LCA-waarschuwing
licht dan op in de desbetreffende
buitenspiegel en de waarschuwing
gaat knipperen als de richtingaan-
wijzer actief is.
Waarschuwing
LCA waarschuwt de bestuurder niet
voor auto's buiten de detectiezones
en evenmin voor voetgangers,
fietsers en dieren. Er wordt niet
onder alle rijomstandigheden een