134
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Als het waarschuwingslampje voor
oliedruk of een bericht van het Driver
Information Center (DIC) aangeeft dat
de oliedruk buiten het normale
bedrijfsbereik valt, moet u de olie van
de auto zo snel mogelijk nakijken. Zie
Motorolie 0 264.
Voorzichtig
Bij een onjuist motoroliepeil kan de
motor beschadigd raken. Ritten bij
een te laag motoroliepeil kunnen
eveneens schade aan de motor
toebrengen. Dergelijke reparaties
worden niet gedekt door de garantie
van de auto. Controleer het oliepeil
zo spoedig mogelijk. Vul zo nodig
olie bij, maar laat de auto nakijken,
als de oliedruk te laag blijft
ondanks dat het oliepeil binnen het
juiste bereik ligt. Ververs de motor-
olie altijd volgens het desbetref-
fende onderhoudsschema.
Motorolietemperatuur-
meter (Alleen configuratie
prestaties)
Deze meter geeft de motorolietempe-
ratuur aan.
Als de wijzer van de meter bovenin
staat, is de motorolie oververhit. Als
de auto onder normale rijomstandig-
heden heeft gereden, moet u de weg
verlaten, de auto stoppen en de motor
zo snel mogelijk uitschakelen.
Zie Motorolie 0 264.
Meter motorkoelvloeistof-
temperatuur
Thema "Standaard" bij standaarduit-
voering