248
RIJDEN EN BEDIENEN
voetganger of een groot dier detec-
teert, verschijnt er een oranje voetgan-
gers- of dierpictogram en verschijnt er
een kader rondom de voetganger of
het dier. Wanneer het systeem detec-
teert dat de auto een voetganger
verderop veel te snel nadert, wordt het
kader rood.
Bij ingeschakeld remsysteem voor
voetgangers voor, genereert Night
Vision een rode waarschuwing op het
head-updisplay (HUD) wanneer het
systeem detecteert dat de auto een
voetganger verderop veel te snel
nadert Ook klinkt er een pieptoon en
trilt de stoel met veiligheidswaarschu-
wing, mits aanwezig. Zie Remsysteem
voetganger voor (FPB) 0 245.
Waarschuwing
Het systeem detecteert niet alle
objecten of de afstand van de auto
tot objecten. Het systeem
waarschuwt mogelijk niet op tijd
om een botsing te voorkomen.
1. Dimlichtkoplampen
2. Grootlichtkoplampen
3. Night Vision-systeem
Door selecteren van een scherm op de
instrumentengroep kan het Night
Vision-beeld worden weergegeven. Zie
Dashboard (Basisniveau) 0 125 of
Dashboard (Uitgebreide uitvoering)
0 128. Het Night Vision-systeem kan
alleen werken als:
Het contact aan is.
De auto in P (parkeren) of een
vooruitversnelling staat.
Het buiten voldoende donker is.
De koplampen branden.
Stel de helderheid van het instrumen-
tenpaneel zo in dat het beeld niet
helderder dan nodig is. Schakel het
beeld uit door een ander scherm op de
instrumentengroep te selecteren.
Warme objecten, zoals voetgangers,
dieren en andere rijdende voertuigen,
moeten op het Night Vision-display
witter worden weergegeven. Koude
objecten, zoals de lucht, borden en
geparkeerde voertuigen, moeten
donkerder verschijnen. Night Vision
laat alleen objecten zien die warmer of
kouder dan hun omgeving zijn. Het
detecteert geen remlichten, richting-