modus te selecteren. Raak onderaan
het klimaatregelingsdisplay achter het
pijltje naar rechts of naar links aan
om de richting van de luchtstroom
achterin te wijzigen.
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Automatisch klimaatregelsysteem (Dubbele zone)
Met de klimaatregelingsknoppen op de middenconsole en op het klimaatrege-
lingsdisplay worden de verwarming, koeling en ventilatie bediend.
Klimaatregelingsknoppen middenconsole
1. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
2. Ventilatorregeling
3. Stoelverwarming en -ventilatie
bestuurders- en passagierszijde
(indien aanwezig)
4. Achterruitverwarming
5. Ontwaseming
6. UIT (aanjager)
7. Recirculatie
8. AUTO (automatische regeling)
185