voorkant van de auto kunnen door
sneeuw, ijs, vuil of modder worden
bedekt. Reinig deze gebieden goed,
zodat ACC goed werkt.
Als ACC niet werkt, werkt mogelijk de
standaard-cruisecontrol. Zie
"Schakelen tussen ACC en de
standaard-cruisecontrol" eerder in dit
hoofdstuk. Beoordeel altijd eerst de
verkeerssituatie voordat u een van de
cruisecontrolsystemen gebruikt.
Zie De auto schoonmaken onder
Onderhoud buitenzijde 0 321 voor reini-
gingsinstructies.
Ook bij sneeuw, zware regenval of
opspattend water kan het systeem
minder goed werken.
Bestuurdersondersteu-
ningssystemen
Systemen voor bestuur-
dersondersteuning
De auto is mogelijk uitgerust met
systemen die onderling samenwerken
om botsingen geheel te voorkomen of
de schade te beperken als een botsing
tijdens het voor- en achteruitrijden en
parkeren onvermijdelijk is. Neem dit
hoofdstuk helemaal door voordat u
deze systemen gebruikt.
Waarschuwing
Vertrouw niet blindelings op de
bestuurdersondersteuningssys-
temen. De systemen ontslaan u niet
van uw plicht om altijd oplettend
en veilig te blijven rijden. Het is
mogelijk dat u de alarm- of
waarschuwingssignalen van de
systemen niet hoort of voelt. Als u
tijdens het rijden niet de nodige
voorzichtigheid in acht neemt, kan
RIJDEN EN BEDIENEN
Waarschuwing
(Vervolg)
dit lichamelijk of dodelijk letsel of
schade aan de auto tot gevolg
hebben. Zie Defensief rijden 0 194.
De systemen zijn in tal van omstan-
digheden niet in staat:
kinderen, voetgangers, fietsers
of huisdieren te detecteren;
voertuigen of obstakels buiten
het detectiegebied van het
systeem te registreren;
op alle rijsnelheden te
werken;
u te waarschuwen of
waarschuwen te laat, zodat
een botsing onvermijdelijk is;
bij een slecht zicht of in
slechte weersomstandigheden
te werken;
te werken als de detectie-
sensor niet gereinigd is of
bedekt is met sneeuw, ijs,
modder of vuil;
233