De band heeft een gat, snede
of andere beschadiging die niet
goed kan worden gerepareerd
vanwege de grootte of de
locatie van de beschadiging.
Banden verwisselen
De banden moeten worden gerou-
leerd met de intervallen die in het
onderhoudsschema staan aange-
geven. Zie Gepland onderhoud
0 332.
Banden worden gerouleerd om
ervoor te zorgen dat de banden
gelijkmatig slijten. De eerste keer
rouleren is de belangrijkste.
Wanneer u een abnormale slijtage
vaststelt, rouleer de banden dan
zo spoedig mogelijk, kijk of de
bandenspanning correct is en
controleer de banden of velgen op
beschadigingen. Gaat de abnor-
male slijtage na het rouleren door,
laat dan de wieluitlijning contro-
leren. Zie Wanneer nieuwe banden
nodig zijn 0 302 en Wiel vervangen
0 305.
Gebruik dit rouleerpatroon als het
voertuig voor en achter banden
met verschillende maten heeft.
Het is niet toegestaan om banden
met verschillende maten van voor
naar achter te rouleren.
VERZORGING VAN DE AUTO
Gebruik dit rouleerpatroon bij het
rouleren van banden met dezelfde
afmetingen op alle vier wielpo-
sities.
Als de auto een compact reserve-
wiel heeft, moet dit niet in het
rouleerpatroon worden
opgenomen.
Nadat de banden zijn gerouleerd,
moet u de bandenspanning van de
voor- en achterbanden aanpassen,
dit volgens de aanbevolen banden-
spanning op het informatielabel
voor banden en laadvermogen. Zie
Bandenspanning 0 295 en Belas-
tingslimieten auto 0 200.
301