auto voor onderhoud naar de garage.
Rij niet met de auto als het
lampje
knippert. Raadpleeg de
dealer. Zie Elektrische parkeerrem,
lampje 0 140.
Als het lampje
brandt, druk dan op
de EPB-schakelaar en houd deze vast.
Blijf de schakelaar omhoog houden tot
het lampje
blijft branden. Als het
lampje
blijft branden, moet u uw
dealer raadplegen.
Als u de EPB tijdens het rijden aanzet,
wordt de auto zolang u de schakelaar
indrukt afgeremd. Als u de schakelaar
indrukt totdat de auto tot stilstand is
gekomen, blijft de EPB aangezet.
In bepaalde situaties waarbij de auto
stilstaat wordt de EPB mogelijk
automatisch aangezet. Dit is normaal
en gebeurt voor de periodieke controle
op een goede werking van het
EPB-systeem.
Als de EPB niet kan worden ingescha-
keld, blokkeer dan de achterwielen om
te voorkomen dat de auto gaat rollen.
EPB loszetten
Om de EPB los te zetten:
1. Zet het contact aan of in ACC/
ACCESSORY (acc/accessoire).
2. Trap het rempedaal in en houd
hem ingetrapt.
3. Druk kort op de EPB-schakelaar.
De EPB is losgezet wanneer het
lampje
uit is.
Als het lampje
brandt, lost u de
EPB door de EPB-schakelaar ingedrukt
te houden. Blijf de schakelaar omhoog
houden tot het lampje
een van deze lampjes blijft branden na
een poging de parkeerrem los te
zetten, breng dan een bezoek aan de
dealer.
Voorzichtig
Bij het rijden met aangetrokken
handrem kan het remsysteem
oververhit raken en voortijdige
slijtage of schade aan onderdelen
van het remsysteem veroorzaken.
RIJDEN EN BEDIENEN
Voorzichtig
(Vervolg)
Controleer voor vertrek of de
handrem geheel losgezet is en het
remwaarschuwingslampje uit is.
EPB automatisch loszetten
De EPB wordt automatisch uitgescha-
keld wanneer de motor draait, een
versnelling ingeschakeld is en er een
poging wordt ondernomen om weg te
rijden. Trek bij een aangetrokken EPB
niet te snel op, zodat de remvoering
langer meegaat.
uit is. Als
Remhulpsysteem
Deze auto is uitgerust met een remas-
sistent die ontworpen is om de
bestuurder te helpen stoppen of de
snelheid van de auto in noodomstan-
digheden te vertragen. Deze functie
gebruikt de hydraulische remregelmo-
dule van het stabiliteitssysteem om
het rembekrachtigingssysteem te
helpen wanneer de bestuurder snel en
krachtig op het rempedaal drukt in
een poging om de auto snel te stoppen
of te vertragen. De hydraulische regel-
217