230
RIJDEN EN BEDIENEN
systeem de auto iets af. Bij een actief
remsysteem gaan de remlichten
branden. Het automatisch kan anders
aanvoelen of klinken dan bij het
handmatig activeren van het remsys-
teem. Dit is normaal.
Stilstaande of zeer langzaam
bewegende objecten
Waarschuwing
ACC zal gestopte of langzaam
rijdende voorliggers wellicht niet
detecteren en zal dan niet
afremmen. Zo remt het systeem
wellicht niet af voor een auto die
het nooit in beweging heeft waarge-
nomen. Dit kan gebeuren bij
langzaam rijdend en stilstaand
verkeer of wanneer er een voorligger
plotseling op uw rijbaan komt. Uw
auto stopt wellicht niet en kan een
botsing veroorzaken. Gebruik ACC
met het nodige voorbehoud.
Onderweg is uw volledige aandacht
vereist en moet u gereed zijn voor
handelend optreden en het
intrappen van het rempedaal.
ACC schakelt automatisch uit
In de volgende gevallen schakelt ACC
mogelijk automatisch uit en moet u
zelf het rempedaal bedienen om af te
remmen:
De sensoren zijn geblokkeerd.
De Traction Control of de elektro-
nische stabiliteitsregeling is geacti-
veerd of uitgeschakeld.
Verkeer of andere voorwerpen
worden niet waargenomen.
Het systeem vertoont een storing.
Het ACC-lampje wordt wit wanneer
ACC niet meer actief is.
In sommige situaties kunt u wanneer
ACC niet werkt de standaard-cruise-
control gebruiken. Zie "Schakelen
tussen ACC en de standaard-cruise-
control" eerder in dit hoofdstuk. Beoor-
deel altijd eerst de verkeerssituatie
voordat u een van de cruisecontrolsys-
temen gebruikt.
Melding voor herinschakelen ACC
ACC houdt een volgafstand tot een
gedetecteerde voorligger aan en remt
uw auto tot stilstand af achter
die auto.
Als de stilstaande voorligger wegge-
reden is en ACC niet is hervat,
knippert het voorliggerlampje ten
teken dat u alvorens door te rijden het
verkeer vóór u moet controleren. Ook
pulseren de linker- en rechterzijde van
de veiligheidswaarschuwingsstoel
driemaal of klinken er drie pieptonen.
Zie "Soort waarschuwing" en "Vertrek-
melding adaptieve cruise" in "Bots-/
detectiesystemen" onder Personalise-
ring voertuig 0 154.
Wanneer de voorligger wegrijdt, werkt
ACC weer automatisch als de stop kort
was. Druk zo nodig op RES+ of trap
het gaspedaal in om ACC te hervatten.
Na een stop van meer dan twee
minuten of als het bestuurdersportier
wordt geopend en de veiligheidsgordel
bestuurder is losgenomen, activeert de
ACC automatisch de elektrische
handrem (EPB) om de auto vast te
houden. Het statuslampje van de EPB
gaat branden. Zie Elektrische
parkeerrem 0 216. Trap het gaspedaal
in om de EPB los te zetten.
Er verschijnt mogelijk een bericht op
het DIC om alvorens uit te stappen
stand P (parkeerstand) in te schakelen.
Zie Auto, berichten 0 153.