Rotatie head-updisplay (HUD) : Deze
functie maakt het mogelijk om de
hoek van het HUD-beeld aan te
passen. Druk op SEL van de stuurbe-
dieningsknoppen terwijl Head-up
Display Rotation (rotatie head-updis-
play) gemarkeerd staat om de Adjust
Mode (aanpasmodus) te openen. Druk
y
z
op
of
om de hoek van het
HUD-display aan te passen. Druk op
of
om OK te markeren en druk
op SEL om de instelling op te slaan.
Om de instellingen te annuleren kunt
u ook kiezen voor annuleren. De auto
moet in stand P (parkeren) staan.
Speed Warning (snelheidswaarschu-
wing) : Biedt u de mogelijkheid een
maximumsnelheid in te stellen. Druk,
terwijl Speed Warning (snelheidswaar-
schuwing) wordt weergegeven, op SEL
om een snelheidswaarschuwing in te
y
z
stellen. Druk op
of
om de
waarde aan te passen. U kunt deze
functie uitschakelen door, terwijl deze
pagina wordt weergegeven, SEL
ingedrukt te houden. Als de geselec-
teerde maximumsnelheid wordt
overschreden, wordt er een waarschu-
wing weergegeven en kan er een
geluidssignaal klinken.
Draagvermogen banden : Druk op
SEL wanneer Draagvermogen banden
is geselecteerd om deze instelling te
wijzigen. Kies voor Light (licht, voor
een comfortabele bandenspanning tot
drie personen), Eco (voor een econo-
mische bandenspanning tot drie
personen) of Max (voor een maximale
belasting). Druk hiervoor op SEL
wanneer het gewenste onderdeel is
geselecteerd.
Open Source Software : Druk, terwijl
Open Source Software gemarkeerd
staat, op SEL om de informatie over
de opensource-software te bekijken.
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter toont de rijsnelheid
in ofwel kilometer per uur (km/h) of
in mijl per uur (mph).
Kilometerteller
De kilometerteller geeft in kilometer
of mijl aan hoever er met de auto is
gereden.
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Dagteller
De dagteller geeft de afgelegde afstand
aan sinds de laatste reset van de
dagteller.
De dagteller is te bereiken en te
resetten via het Driver Information
Center (DIC). Zie Bestuurdersinforma-
tiecentrum (DIC) 0 147.
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoe-
rental in omwentelingen per minuut
(omw/min) aan.
Op de basisgroep geeft de toerenteller
als de auto is uitgerust met het Stop/
Start-systeem met het contact aan de
boordstatus aan. Bij het aanduiden
van AUTO STOP is de motor uit maar
de auto aan en kan deze bewegen. De
motor kan te allen tijde automatisch
starten. Als de teller UIT aanduidt, is
de auto uit.
Bij ingeschakelde motor geeft de
toerenteller het aantal omwentelingen
per minuut (rpm) van de motor aan.
De toerentelleraanduiding kan tijdens
de automatische stopmodus met
131