: Schakelt de parkeerlichten en
alle overige verlichting in, behalve de
koplampen.
: Schakelt koplampen in samen
met de parkeerlichten en de instru-
mentenverlichting.
IntelliBeam-systeem
Dit systeem schakelt de grootlicht-
functie van de koplampen automa-
tisch in en uit afhankelijk van de
verkeerssituatie.
Het systeem schakelt het groot licht
in, wanneer het buiten donker is en er
geen tegenliggers zijn.
Dit lampje
op de instrumenten-
groep gaat branden wanneer het Intel-
liBeam-systeem actief is.
IntelliBeam activeren
Druk voor inschakelen van het Intelli-
Beam-systeem op de knop op het
uiteinde van de richtingaanwijzer-
hendel wanneer de lichtschakelaar in
de stand AUTO of
staat. Bij het
inschakelen van het grootlicht gaat
het blauwe grootlichtlampje op de
instrumentengroep branden.
Rijden met IntelliBeam
Het systeem activeert het groot licht
alleen bij ritten op snelheden hoger
dan 40 km/h (25 mph).
Middenboven aan de voorruit zit een
sensor die het systeem automatisch
aanstuurt. Houd dit gebied van de
voorruit schoon voor optimale werking
van het systeem.
VERLICHTING
Het groot licht blijft (automatisch)
branden, totdat een van de onder-
staande situaties zich voordoet:
Het systeem detecteert de
koplampen van een naderende
tegenligger.
Het systeem detecteert de achter-
lichten van een voorligger.
Het is buiten dermate licht dat
ontsteking van het groot licht niet
nodig is.
De rijsnelheid daalt tot onder 20
km/h (12 mph).
Het IntelliBeam-systeem wordt
gedeactiveerd met de schakelaar
groot licht/dimlicht of lichtsig-
nalen. Druk als dit gebeurt op de
knop op het uiteinde van de
richtingaanwijzerhendel om het
IntelliBeam-systeem weer in te
schakelen. Het lampje op de
instrumentengroep gaat branden
om aan te geven dat IntelliBeam
opnieuw geactiveerd is. Zie
Koplampschakelaar grootlicht/
dimlicht 0 170 en Lichtsignaal
0 170.
169