208
RIJDEN EN BEDIENEN
De schakelhendel staat in een
stand anders dan D (Drive).
De accu werd recentelijk losge-
koppeld.
De accuspanning is gering.
Het interieurcomfort heeft niet het
vereiste niveau bereikt voor de
actuele instellingen van klimaatre-
geling of ontwaseming. Zie
Automatisch klimaatregelsysteem
(Vierdubbele zone) 0 178 of Automa-
tisch klimaatregelsysteem (Dubbele
zone) 0 185.
De Auto Stop duurt langer dan
twee minuten.
De automatische motorstop/-start is
h
te deactiveren door
op de midden-
console aan te raken. Het lampje naast
de schakelaar gaat branden, wanneer
het systeem actief is.
RAP
Sommige boordaccessoires werken
mogelijk ook na het uitschakelen van
het contact.
De elektrisch bediende ruiten en het
zonnedak, mits aanwezig, blijven nog
maximaal 10 minuten lang werkzaam
of totdat een deur wordt geopend.
Het Infotainmentsysteem blijft nog
gedurende 10 minuten werken, totdat
het bestuurdersportier wordt geopend
of totdat het contact wordt uitgescha-
keld en in ACC/ACCESSORY (acc/
accessoire) wordt gezet.
Schakelen naar parkeer-
stand
P (parkeren) inschakelen:
1. Houd het rempedaal ingetrapt en
schakel de parkeerrem in.
Zie Elektrische parkeerrem 0 216.
2. Beweeg de schakelhendel in de
stand P (Parkeren) door de knop
op de schakelhendel ingedrukt te
houden en de schakelhendel
helemaal in de richting van de
voorkant van de auto te duwen.
3. Schakel het contact uit.
4. Neem de RKE-zender met u mee.
Auto verlaten met draaiende
motor
Waarschuwing
Het kan gevaarlijk zijn om een auto
met draaiende motor te verlaten.
Het kan oververhit raken en in
brand vliegen.
Het is gevaarlijk om de auto te
verlaten als de schakelhendel niet
volledig in de stand P (Park) staat
en de handrem niet stevig is aange-
trokken. De auto kan dan wegrollen.
Verlaat daarom de auto niet als de
motor draait. Als de motor nog
draait, kan de auto plotseling gaan
rijden. Voor u en anderen bestaat