Advertenties
228
RIJDEN EN BEDIENEN
Op de instrumentengroep verschijnen
een groen ACC-lampje en de
ingestelde snelheid. Het voorligger-
lampje knippert mogelijk als er een
rijdende voorligger is gedetecteerd. Zie
"Een voertuig naderen en volgen"
verderop in dit hoofdstuk.
Zodra ACC is hervat en er geen
voorligger wordt gedetecteerd of als de
voorligger verder verwijderd is dan de
gekozen volgtijd of als de auto uit een
scherpe bocht komt, wordt de rijsnel-
heid verhoogd tot de ingestelde
snelheid.
Snelheid verhogen terwijl ACC is
ingesteld op een bepaalde snelheid
Voer een van de volgende stappen uit:
Gebruik het gaspedaal om een
hogere snelheid te bereiken. Druk
op SET en laat het gaspedaal los.
De auto rijdt nu met de hogere
snelheid.
Bij het intrappen van het gaspe-
daal remt ACC niet af omdat deze
wordt genegeerd. Op het Driver
Information Center (DIC) en HUD
verschijnt een waarschuwingsbe-
richt. Zie Auto, berichten 0 153.
Houd RES+ ingedrukt totdat de
ingestelde snelheid bereikt is en
laat de knop weer los.
Om de snelheid in kleine stapjes te
verhogen drukt u RES+ tot aan de
eerste aanslag omhoog. Bij elke
druk op de knop rijdt de auto 1
km/h (1 mph) sneller.
Om de snelheid in grotere stappen
te verhogen drukt u RES+ tot aan
de tweede aanslag omhoog. Elke
keer dat u de knop indrukt, neemt
de snelheid toe tot de volgende 5
km/h (5 mph) op de snelheids-
meter.
De ingestelde snelheid is ook te
verhogen, wanneer de auto stilstaat.
Als de auto stilstaat en u het
rempedaal bedient, kunt u op RES
+ drukken tot de in te stellen
snelheid wordt getoond.
Als ACC de auto staande houdt en
er een directe voorligger wordt
gedetecteerd, dan kunt u met het
indrukken van RES+ de ingestelde
snelheid verhogen. Bij het
indrukken van RES+ wanneer er
niet langer een directe voorligger
is wordt ACC hervat.
De snelheid verlagen terwijl ACC is
ingesteld op een bepaalde snelheid
Voer een van de volgende stappen uit:
Gebruik het rempedaal om een
lagere snelheid te bereiken. Laat
het rempedaal los en druk op
SET . De auto rijdt nu met de
lagere snelheid.
Houd SET ingedrukt totdat de
gewenste lagere snelheid bereikt is
en laat deze los.
Om de snelheid in kleinere stapjes
te verlagen drukt u SET- tot aan
de eerste aanslag omhoog. Bij elke
druk op de knop rijdt de auto
ongeveer 1 km/h (1 mph)
langzamer.
Om de snelheid in grotere stappen
te verlagen drukt u SET- tot aan
de tweede aanslag omhoog. Elke
keer dat u de knop indrukt, neemt
de snelheid af tot de volgende 5
km/h (5 mph) op de snelheids-
meter.
Advertenties
