Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 91

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3.5.4 4-5* Aanp. waarsch.
Gebruik deze parameters om waarschuwingsbegrenzingen
in te stellen voor stroom, snelheid, referentie en terugkop-
peling.
Waarschuwingen worden weergegeven op het LCP en
kunnen worden geprogrammeerd als uitgang of voor
uitlezing via de veldbus in het uitgebreide statuswoord.
Afbeelding 3.33 Aanpasbare waarschuwingen
4-50 Waarschuwing stroom laag
Range:
Functie:
0 A
[ 0 -
Voer de waarde voor I
*
par. 4-51
motorstroom lager wordt dan deze begrenzing,
A]
verschijnt op het display de melding Stroom
laag. De signaaluitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het genereren van een
statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC 302)
en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC 302). Zie
Afbeelding 3.33.
4-51 Waarschuwing stroom hoog
Range:
Functie:
Size
[ par.
Voer de waarde voor I
related
4-50 -
motorstroom deze begrenzing
*
par. 16-37
overschrijdt, verschijnt op het display de
A]
melding Stroom hoog. De signaaluit-
gangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het genereren van een statussignaal
via klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC 302). Zie
Afbeelding 3.33.
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Range:
Functie:
0 RPM
[ 0 - par.
Voer de waarde voor n
*
4-53
motortoerental deze begrenzing overschrijdt,
RPM]
verschijnt op het display de melding Snelh.
laag. De signaaluitgangen kunnen worden
MG33MM10
Programmeerhandleiding
in. Wanneer de
LOW
in. Wanneer de
HIGH
in. Wanneer het
LOW
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Range:
Functie:
geprogrammeerd voor het genereren van
een statussignaal via klem 27 of 29 (alleen FC
302) en via relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302).
4-53 Waarschuwing snelheid hoog
Range:
Functie:
Size
[ par.
Voer de waarde voor n
related
4-52 -
het motortoerental deze begrenzing
*
60000
overschrijdt, verschijnt op het display de
RPM]
melding Snelh. hoog. De signaaluitgangen
kunnen worden geprogrammeerd voor
het genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of
02. Zie Afbeelding 3.33.
4-54 Waarsch: referentie laag
Range:
-999999.999
[ -999999.999
Stel de lage referentiebegrenzing
*
- par. 4-55 ]
in. Wanneer de motorstroom
lager wordt dan deze begrenzing,
verschijnt op het display de
melding Ref laag. De signaaluit-
gangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal
via klem 27 of 29 (alleen FC 302)
en via relaisuitgang 01 of 02
(alleen FC 302).
4-55 Waarsch: referentie hoog
Range:
Functie:
999999.999
[ par. 4-54 -
Stel de hoge referentiebegrenzing
*
999999.999 ]
in. Wanneer de huidige referentie
deze begrenzing overschrijdt,
verschijnt op het display de
melding Ref. hoog. De signaaluit-
gangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302).
4-56 Waarsch: terugk. laag
Range:
Functie:
Size
[ -999999.999 -
Stel de lage terugkoppelingsbe-
related
par. 4-57
grenzing in. Wanneer de
*
ReferenceFeed-
terugkoppeling lager wordt dan
backUnit]
deze begrenzing, verschijnt op het
display de melding Terugk laag.
De signaaluitgangen kunnen
worden geprogrammeerd voor het
in. Wanneer
HIGH
Functie:
89
3
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave