Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pm-Instellingen - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
Parameter 1-98 ATEX ETR interpol.
points freq.
[0] = 5 Hz
[1] = 15 Hz
[2] = 25 Hz
3
3
[3] = 50 Hz
Tabel 3.10 Interpolatiepunten
Alle bedrijfspunten onder de curve zijn continu toegestaan.
Boven deze lijn zijn ze slechts korte tijd toegestaan. Deze
tijd wordt berekend als een functie van de overbelasting.
Wanneer de machinestroom 1,5 keer hoger is dan de
nominale stroom vindt onmiddellijke uitschakeling plaats.
1-99 ATEX ETR interpol points current
Alleen beschikbaar als parameter 1-90 Therm. motorbeveiliging is
ingesteld op [20] of [21].
Range:
Size related
*
Gebruik de 4 stroompunten [A] die staan vermeld op het
motortypeplaatje. Bereken de waarden als een percentage
van de nominale motorstroom I
deze in de array in.
Deze vormen samen met parameter 1-98 ATEX ETR interpol.
points freq. een tabel (f [Hz],I [%]).
LET OP
Alle frequentie-/stroombegrenzingspunten die op het
motortypeplaatje of het datablad voor de motor staan
vermeld, moeten worden geprogrammeerd.

3.2.18 PM-instellingen

Als parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld op [2] PM,
niet-uitspr. SPM, moet u de motorparameters handmatig
invoeren, in de aangegeven volgorde:
1.
Parameter 1-24 Motorstroom.
2.
Parameter 1-26 Cont. nom. motorkoppel.
3.
Parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
4.
Parameter 1-39 Motorpolen.
5.
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
6.
Parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
7.
Parameter 1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM.
62
Parameter 1-99 ATEX ETR
interpol points current
[0]=40%
[1]=80%
[2]=100%
[3]=100%
Functie:
LET OP
[0 - 100 %]
Geldt alleen voor FC 302.
Definitie van de thermischebegren-
zingscurve. Zie parameter 1-98 ATEX
ETR interpol. points freq. voor een
voorbeeld.
/I
x 100 [%] en vul
M
M,N
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
De volgende parameters zijn toegevoegd voor PM-
motoren.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
LET OP
Het is nog steeds nodig om standaardparameters te
configureren (bijvoorbeeld parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.).
Toepassing
Toepassingen met lage
massatraagheid
I
/I
Load
Motor
Toepassingen met lage
massatraagheid
50 > I
Load
Toepassingen met hoge
massatraagheid
I
/I
Load
Motor
Hoge belasting bij laag
toerental
< 30% (nominaal
toerental)
Tabel 3.11 Aanbevelingen voor VVC
Verhoog parameter 1-14 Verst. demping wanneer de motor
bij een bepaald toerental gaat oscilleren. Verhoog de
waarde in kleine stappen. Een goede waarde voor deze
parameter kan 10% of 100% hoger liggen dan de
standaardwaarde; dit hangt af van de motor.
Wijzig het startkoppel in parameter 1-66 Min. stroom bij
lage snelh.. 100% geeft het nominale koppel als
startkoppel.
Parameter 1-41 Offset motorhoek.
Parameter 1-07 Motor Angle Offset Adjust.
Parameter 1-14 Verst. demping.
Parameter 1-47 Torque Calibration.
Parameter 1-58 Stroom testpulsen vlieg.start.
Parameter 1-59 Freq. testpulsen vlieg.start.
Parameter 1-70 Startmodus PM.
Parameter 30-20 High Starting Torque Time [s].
Parameter 30-21 High Starting Torque Current [%].
Instellingen
Verhoog parameter 1-17 Filtertijdcon-
stante spanning met een factor 5-10.
< 5
Verlaag parameter 1-14 Verst.
demping.
Verlaag parameter 1-66 Min. stroom
bij lage snelh. (< 100%).
Handhaaf de berekende waarden.
/I
> 5
Motor
Verhoog parameter 1-14 Verst.
demping, parameter 1-15 Filtertijdcon-
> 50
stante lage snelh. en
parameter 1-16 Filtertijdconstante
hoge snelh..
Verhoog parameter 1-17 Filtertijdcon-
stante spanning.
Verhoog parameter 1-66 Min. stroom
bij lage snelh. (> 100% gedurende
langere tijd kan leiden tot overver-
hitting van de motor).
+
-toepassingen
MG33MM10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave