Stuur - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
- Programmeerhandleiding (248 pagina's) ,
- Handleiding (203 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (98 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Integrated Motion Controlle...
4.3 Stuur-
4.3.1 Stuurlussen
In de positionerings- en synchronisatiemodus zijn er 2 extra stuurlussen die de motor besturen, naast de motorregelaar die
op basis van het fluxbesturingsprincipe, sensorloos of met motorterugkoppeling werkt. De positie-PI-regelaar is de buitenste
lus die het setpoint levert voor de snelheids-PID, die de referentie voor de motorregelaar levert. Bij een regeling met
terugkoppeling kan de terugkoppelingsbron voor elk van de 3 regelaars afzonderlijk worden geselecteerd.
4
4
Selecteer voor een sensorloos besturingsprincipe [0] Motorterugk. P1-02 in de volgende parameters:
•
Snelheids-PID: Parameter 7-00 Terugk.bron snelheids-PID.
•
Positie-PI: Parameter 7-90 Position PI Feedback Source.
In deze setup gebruiken beide regelaars de motorhoek die door de motorregelaar wordt berekend. Afbeelding 4.3 geeft de
regelstructuur en parameters weer die van invloed zijn op het regelgedrag:
Profile
generator
Afbeelding 4.3 Positionerings- en synchronisatiemodus
4.3.2 Stuur- en statussignalen
IMC stuur- en statussignalen zijn beschikbaar als digitale I/O-bits en veldbusbits. Tabel 4.1 geeft de beschikbaar opties weer:
Naam
Stuursignalen
Masteroffset
inschakelen
Terugkeer naar
startpositie starten
Virtuele master
starten
Touch activeren
Relatieve positie
Referentie
inschakelen
Modus synchro-
niseren naar positie
Startpositiesensor
220
VLT
Par. 7-90 Position PI
Feedback Source
Commanded
7-9*
position
Position PI
Ctrl.
+
Par. 7-98
Speed
Position PI
Feed
Forward
Factor
Acceleration
Functie
Activeert de masteroffset als parameter 17-93 Master
Offset Selection is ingesteld op optie [0]-[5].
Start de geselecteerde homingfunctie
Start de virtuele master.
Selecteert de touch-probepositioneringsmodus.
Selecteert absolute of relatieve positionering.
Start de geselecteerde beweging.
Selecteert positionering in de synchronisatiemodus.
Selecteert de ingang voor de startpositiesensor.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
Par. 7-00 Speed PID
Feedback Source
Par. 7-99
4-1*
Torque
Par. 1-69
System Inertia
Digitale
ingang
x
x
x
x
x
x
x
x
7-0*
Speed PID
+
Par. 7-08
Speed PID
Accel. Feed
Forward
Factor
Stuurwoord
Digitale
uitgang
1)
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
–
–
Flux motor
control
Statuswoord
–
–
–
–
–
–
–
–
MG33MM10
Advertenties
Inhoudsopgave
