Parameterbeschrijving
VLT 1
Set-point
Calculation
VLT 2
Set-point
External Set-point
Calculation
VLT 3
Set-point
Calculation
Afbeelding 3.47 Snelheidstrim
Afbeelding 3.47 toont een setup met één bron, waarbij de
master het koppelsignaal naar alle volgers verstuurt. De
setup wordt beperkt door het aantal beschikbare analoge
uitgangen op de master. Gebruik een cascaderegelings-
principe om de beperking van het aantal analoge
uitgangen weg te nemen. Door het cascaderegelings-
principe wordt de regeling echter trager en minder
nauwkeurig in vergelijking met een setup met analoge
uitgangen.
7-01 Speed PID Droop
De droopfunctie stelt de frequentieregelaar in staat om het
motortoerental evenredig aan de belasting te verlagen. De
droopwaarde is recht evenredig aan de belastingswaarde.
Gebruik de droopfunctie wanneer meerdere motoren mechanisch
zijn aangesloten en de belasting op de motoren kan verschillen.
Zorg dat parameter 1-62 Slipcompensatie een standaardinstelling
heeft.
Range:
0 RPM
[0 - 200 RPM]
*
MG33MM10
Programmeerhandleiding
Ramp
Ramp
-
Ramp
-
Functie:
Voer de droopwaarde in
bij 100% belasting.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Speed
Torque
PID
PID
Speed
Torque
PID
PID
Droop
Torque
Speed
PID
PID
Droop
7-02 Snelheids-PID, prop. versterking
Range:
Functie:
Size
[0 -
Stel de proportionele versterking voor de
related
1 ]
snelheidsregelaar in. De proportionele
*
versterking versterkt de fout (dat wil zeggen de
afwijking tussen het terugkoppelingssignaal en
het setpoint). Deze parameter wordt gebruikt
met de regelingen [0] Snelh. zndr terugk. en [1]
Snelh. met terugk. die worden ingesteld in
parameter 1-00 Configuratiemodus. Een hoge
versterking zorgt voor een snelle regeling. Door
verhoging van de versterking wordt het proces
minder stabiel.
Gebruik deze parameter voor waarden met 3
decimalen. Gebruik parameter 3-83 Snelle stop S-
rampverh. bij decel. start voor waarden met 4
decimalen.
M1
3
3
M2
M3
131