Parameterbeschrijving
master
inschakelen)
[110] Start Homing
(Terugkeer naar
3
3
starpositie starten)
[111] Activate Touch
(Touch activeren)
[112] Relative Position
(Relatieve positie)
[113] Enable Reference
(Referentie
inschakelen)
[114] Sync. to Pos. Mode
(Sync. naar pos.
modus)
[115] Home Sensor
(Startpositiesensor)
[116] Home Sensor Inv.
(Startpositiesensor
geïnv.)
98
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
Start de virtuele master die in
parameter 3-27 Virtual Master Max Ref
is geconfigureerd.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Start de in parameter 17-80 Homing
Function geselecteerde functie voor
terugkeer naar de startpositie. Moet
hoog blijven totdat de terugkeer naar
de startpositie (homing) is uitgevoerd
om te voorkomen dat het terugkeren
wordt afgebroken.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Activeert de bewaking van de touch-
sensoringang.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Met deze optie selecteert u absolute
of relatieve positionering. De optie is
geldig voor het volgende positione-
ringscommando.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Positioneringsmodus: de frequentiere-
gelaar activeert het geselecteerde
positioneringstype en -doel en start
de beweging in de richting van het
nieuwe doel. Of de beweging
onmiddellijk of pas na voltooiing van
de actieve positionering start, hangt af
van de instellingen in
parameter 17-90 Absolute Position Mode
en parameter 17-91 Relative Position
Mode.
Synchronisatiemodus: een hoog
signaal vergrendelt de actuele volger-
positie in de actuele masterpositie. De
volger start en gaat naar de positie
van de master. Een laag signaal stopt
de synchronisatie, waarna de volger
een gecontroleerde stop uitvoert.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Selecteert positionering in de synchro-
nisatiemodus.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Maakcontact (NO) voor het definiëren
van de startpositie. De functie wordt
gedefinieerd in
parameter 17-80 Homing Function.
Alleen beschikbaar voor digitale
ingang 18, 32 en 33.
Deze optie is alleen geldig met
softwareversie 48.XX.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Verbreekcontact (NC) voor het
definiëren van de startpositie. De
functie wordt gedefinieerd in
parameter 17-80 Homing Function.
Alleen beschikbaar voor digitale
ingang 18, 32 en 33.
[117] Touch Sensor
Deze optie is alleen geldig met
(Touchsensor)
softwareversie 48.XX.
Maakcontact (NO). Dient als referentie
voor positionering van de touch-
probe. Alleen beschikbaar voor digitale
ingang 18, 32 en 33.
[118] Touch Sensor
Deze optie is alleen geldig met
(Touchsensor)
softwareversie 48.XX.
Verbreekcontact (NC). Dient als
referentie voor positionering van de
touch-probe. Alleen beschikbaar voor
digitale ingang 18, 32 en 33.
[119] Speed mode
Deze optie is alleen geldig met
(Snelheidsmodus)
softwareversie 48.XX.
Selecteer de snelheidsmodus wanneer
[9] Positioning (Positionering) of [10]
Synchronization (Synchronisatie) is
geselecteerd in
parameter 1-00 Configuratiemodus. De
toerentalreferentie wordt ingesteld
door referentiebron 1 of veldbus REF1
in verhouding tot parameter 3-03 Max.
referentie.
5-10 Klem 18 digitale ingang
Option:
Functie:
[8]
Start De functies worden beschreven in parametergroep
*
5-1* Digitale ingangen.
5-11 Klem 19 digitale ingang
Option:
Functie:
[10]
Omkeren De functies worden beschreven in parame-
*
tergroep 5-1* Digitale ingangen.
5–12 Klem 27 digitale ingang
Option:
Functie:
[2]
Vrijloop geïnv. De functies worden beschreven in parame-
*
tergroep 5-1* Digitale ingangen.
5–13 Klem 29 digitale ingang
Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
FC 302.
Selecteer een functie uit de lijst voor de digitale
ingang en de extra opties [60] Teller A, [61] Teller A,
[63] Teller B en [64] Teller B. Tellers worden gebruikt
bij Smart Logic Control-functies.
[14]
Jog De functies worden beschreven in parametergroep
*
5-1* Digitale ingangen.
MG33MM10