Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 51

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat)
Range:
Functie:
Size
[0 -
Deze parameter komt overeen met de
related
1000 mH]
inductantieverzadiging van Lq. In het
*
ideale geval heeft deze parameter
dezelfde waarde als parameter 1-38 q-axis
Inductance (Lq). Als de motorfabrikant een
inductiecurve heeft vermeld, voert u de
inductiewaarde bij 200% van de nominale
waarde in.
1-46 Verst. positiedetectie
Range:
Functie:
100 %
[20 -
Past de amplitude van de testpuls tijdens
*
200 %]
positiedetectie bij het starten aan. Pas de
parameterwaarde aan om de positie-
meting te verbeteren.
1-47 Torque Calibration
Option:
Functie:
Gebruik deze parameter om de schatting van het
koppel over het volledige toerentalbereik te optima-
liseren. Het geschatte koppel is gebaseerd op het
asvermogen, P
= P
shaft
waarde R
correct is. De R
s
gelijk aan het vermogensverlies in de motor, de
kabel en de frequentieregelaar. Wanneer deze functie
actief is, berekent de frequentieregelaar de R
tijdens het opstarten, zodat een optimale schatting
van het koppel en dus optimale prestaties zijn
gewaarborgd. Gebruik deze functie als het niet
mogelijk is om parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)
op elke frequentieregelaar aan te passen om te
compenseren voor de kabellengte, verliezen in de
frequentieregelaar en de temperatuurafwijking op de
motor.
[0] Off
[1] 1st
Voert een kalibratie uit bij de eerste start na inscha-
start
keling en handhaaft deze waarde tot deze wordt
after
gereset door het uit- en weer inschakelen.
pwr-
up
[2] Every
Voert bij elke start een kalibratie uit om eventuele
start
wijzigingen in de motortemperatuur sinds de laatste
start te compenseren. De waarde wordt gereset na
het uit- en weer inschakelen.
[3] 1st
De frequentieregelaar kalibreert het koppel bij de
start
eerste start na inschakeling. Deze optie wordt
with
gebruikt om de motorparameters bij te werken:
store
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
Parameter 1-33 Statorlek-reactantie (X1).
Parameter 1-34 Rotorlekreactantie (X2).
Parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
MG33MM10
Programmeerhandleiding
- R
x I
2
. Controleer of de
m
s
-waarde in deze formule is
s
-waarde
s
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
1-47 Torque Calibration
Option:
Functie:
[4] Every
De frequentieregelaar kalibreert het koppel bij elke
start
start om eventuele wijzigingen in de motortempe-
with
ratuur sinds de laatste start te compenseren. Deze
store
optie wordt gebruikt om de motorparameters bij te
werken:
Parameter 1-30 Statorweerstand (Rs).
Parameter 1-33 Statorlek-reactantie (X1).
Parameter 1-34 Rotorlekreactantie (X2).
Parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
1-48 Inductance Sat. Point
Range:
Functie:
Size related
[1 - 500 %] Verzadigingspunt van de inductantie.
*
3.2.8 1-5* Bel. onafh. inst.
1-50 Motormagnetisering bij nulsnelheid
Deze parameter is niet zichtbaar op het LCP.
Range:
Functie:
LET OP
100 %
[0 -
300 %]
*
Parameter 1-50 Motormagnetisering bij
nulsnelheid heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorconstructie = [1] PM,
niet-uitspr. SPM.
Gebruik deze parameter in combinatie met
parameter 1-51 Min. snelh. norm. magnetisering
[TPM] om een andere thermische belasting op
de motor te verkrijgen bij lage toerentallen.
Voer een waarde in die een percentage van de
nominale magnetiseringsstroom aangeeft. Als de
instelling te laag is, wordt het koppel op de
motoras mogelijk beperkt.
Afbeelding 3.7 Motormagnetisering
3
3
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave