Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 180

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3.14.5 14-4* Energieoptimalis.
Parameters voor het aanpassen van het energieoptimalisa-
tieniveau in zowel de variabel-koppelmodus (VT) als de
automatische-energieoptimalisatiemodus (AEO) in
3
3
parameter 1-03 Koppelkarakteristiek.
14-40 VT-niveau
Range:
66
[40 -
%
90 %]
*
14-41 Min. magnetisering AEO
Range:
Size
[ 40 -
related
200 %]
*
14-42 Min. AEO-frequentie
Range:
Size
[5 - 40
related
Hz]
*
14-43 Cosphi motor
Range:
Size
[0.40 -
related
0.95 ]
*
178
Functie:
LET OP
Deze parameter kan niet worden gewijzigd
terwijl de motor loopt.
LET OP
Deze parameter is niet actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is ingesteld
op [1] PM, niet uitspr. SPM.
Stel het niveau voor motormagnetisering bij lage
toerentallen in. Het instellen van een lage waarde
vermindert het energieverlies in de motor maar
vermindert tevens het maximale belastingsniveau.
Functie:
LET OP
Deze parameter is niet actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet uitspr. SPM.
Stel de minimaal toegestane magnetisering
voor AEO in. Het instellen van een lage
waarde vermindert het energieverlies in de
motor maar kan ook de weerstand tegen
plotselinge veranderingen in de belasting
verminderen.
Functie:
LET OP
Deze parameter is niet actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet uitspr. SPM.
Stel de minimumfrequentie in waarbij de
automatische energieoptimalisatie (AEO)
actief moet zijn.
Functie:
Het Cos(phi)-setpoint wordt automatisch
ingesteld voor optimale AEO-prestaties.
Deze parameter hoeft gewoonlijk niet te
worden gewijzigd. In bepaalde situaties
kan het echter nodig zijn om een nieuwe
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AutomationDrive FC 301/302
14-43 Cosphi motor
Range:
3.14.6 14-5* Omgeving
LET OP
Schakel de frequentieregelaar uit en weer in als er
parameters in parametergroep 14-5* Omgeving zijn
gewijzigd.
Deze parameters dienen om de frequentieregelaar te laten
functioneren onder speciale omgevingscondities.
14-51 DC-linkcompensatie
Option: Functie:
[0] Uit
[1] Aan Schakelt compensatie van de DC-tussenkring in.
14-52 Ventilatorreg.
Stel het minimale toerental van de hoofdventilator in.
Option:
[0]
Auto
*
[1]
Op 50%
[2]
Op 75%
Functie:
waarde in te voeren voor een fijnaf-
stelling.
De gelijkgerichte AC-DC-spanning in de DC-tussenkring
van de frequentieregelaar kan last hebben van
spanningsrimpels. De omvang van deze rimpels kan
toenemen bij een toename van de belasting. Deze
rimpels zijn ongewenst omdat ze stroom- en koppel-
rimpels kunnen veroorzaken. Om deze
spanningsrimpels in de DC-tussenkring te beperken,
wordt een compensatiemethode toegepast. In het
algemeen geldt dat compensatie van de DC-tussenkring
wordt aangeraden voor de meeste toepassingen. Bij
veldverzwakking is echter voorzichtigheid geboden,
aangezien er dan snelheidsoscillaties op de motoras
kunnen ontstaan. Schakel compensatie van de DC-
tussenkring uit bij veldverzwakking.
Schakelt compensatie van de DC-tussenkring uit.
Functie:
Selecteer [0] Auto om de ventilator alleen te
laten draaien als de interne temperatuur in
de frequentieregelaar binnen het bereik van
35 °C tot circa 55 °C is.
De ventilator werkt op een laag toerental bij
temperaturen tot 35 °C en op volledig
toerental bij circa 55 °C.
De ventilator werkt altijd met een toerental
van 50% of hoger. De ventilator werkt op
een toerental van 50% bij 35 °C en met
volle toeren bij circa 55 °C.
De ventilator werkt altijd op een toerental
van 75% of hoger. De ventilator werkt op
een toerental van 75% bij 35 °C en met
volle toeren bij circa 55 °C.
MG33MM10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave