Parameterbeschrijving
3-61 Ramp 3 aanlooptijd
Range:
Size
[ 0.01
related
- 3600
*
s]
3
3
3-62 Ramp 3 uitlooptijd
Range:
Size
[ 0.01
related
- 3600
*
s]
3-65 Ramp 3 S-ramp ratio bij versn. Start
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
3-66 Ramp 3 S-ramp ratio bij versn. Einde
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
80
®
VLT
Functie:
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de tijd die
nodig is om te versnellen van 0 tpm tot het
nominale motortoerental n
. Stel de
s
aanlooptijd zo in dat de uitgangsstroom
tijdens het aanlopen de in
parameter 4-18 Stroombegr. ingestelde
stroomgrens niet overschrijdt. De waarde 0,00
komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus.
Zie uitlooptijd in parameter 3-62 Ramp 3
uitlooptijd.
Functie:
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig
is om te vertragen van het nominale
motortoerental n
tot 0 tpm. Stel de
s
uitlooptijd zo in dat er in de omvormer geen
overspanning ontstaat als gevolg van de
generatorwerking van de motor en de
opgewekte stroom de in
parameter 4-18 Stroombegr. ingestelde
stroomgrens niet overschrijdt. De waarde 0,00
komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus.
Zie aanlooptijd in parameter 3-61 Ramp 3
aanlooptijd.
t
s x n
tpm
dec
s
Par. . 3 − 62 =
ref tpm
Functie:
Stel het gedeelte van de totale aanlooptijd
(parameter 3-61 Ramp 3 aanlooptijd) in waarin
het versnellingskoppel toeneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale aanlooptijd
(parameter 3-61 Ramp 3 aanlooptijd) in waarin
het versnellingskoppel afneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
AutomationDrive FC 301/302
3-67 Ramp 3 S-ramp ratio bij vertr. Start
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
3-68 Ramp 3 S-ramp ratio bij vertr. Einde
Range:
50 %
[ 1 -
*
99 %]
3.4.7 3-7* Ramp 4
Zie 3-4* Ramp 1 voor informatie over het instellen van de
rampparameters.
3-70 Ramp 4 type
Option:
[0]
Lineair
*
[1]
S-ramp
const.
schok
[2]
S-ramp
const. tijd
LET OP
Als [1] S-ramp const. schok is geselecteerd en de
referentie tijdens het aan-/uitlopen wordt gewijzigd, kan
de aan-/uitlooptijd worden verlengd om te zorgen voor
een schokvrije beweging, wat kan resulteren in een
langere start- of stoptijd.
Er kunnen meer aanpassingen van de S-rampverhou-
dingen of de aanleidingen tot omschakeling nodig zijn.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale uitlooptijd
(parameter 3-62 Ramp 3 uitlooptijd) in waarin
het vertragingskoppel toeneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale uitlooptijd
(parameter 3-62 Ramp 3 uitlooptijd) in waarin
het vertragingskoppel afneemt. Hoe hoger het
percentage, hoe hoger de verkregen
schokcompensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Selecteer het type ramp, afhankelijk van de
vereisten met betrekking tot versnellen en
vertragen. Een lineaire ramp zorgt voor een
constante versnelling tijdens het aan-/uitlopen.
Een S-ramp zorgt voor een niet-lineaire
versnelling en biedt zo compensatie voor
schokbewegingen in de toepassing.
Versnelt met zo weinig mogelijk schokbewe-
gingen.
S-ramp op basis van de in parameter 3-71 Ramp
4 aanlooptijd en parameter 3-72 Ramp 4
uitlooptijd ingestelde waarden.
MG33MM10