Parameterbeschrijving
1-10 Motorconstructie
Option:
Functie:
LET OP
Deze optie geldt alleen voor FC 302.
[5]
Sync.
Te gebruiken voor synchrone reluctantie-
Reluctance
motoren.
LET OP
Deze optie geldt alleen voor FC 302.
Deze optie is volledig functioneel in
firmwareversie 7.31 en hoger.
Raadpleeg Danfoss voordat u deze
optie gebruikt in een frequentiere-
gelaar met een lagere firmwareversie.
1-11 Motor Model (Motormodel)
Option:
Functie:
LET OP
Deze parameter geldt alleen voor de
FC 302.
Stelt de fabriekswaarden voor de geselec-
teerde motor automatisch in. Als de
standaardwaarde Std. Asynchron (Std.
asynchroon) wordt gebruikt, bepaalt u de
instellingen handmatig op basis van de
instelling van parameter 1-10 Motorcon-
structie.
[1]
Std. Asynchron
Standaard motormodel wanneer [0]
(Std.
Asynchroon is geselecteerd in
asynchroon)
parameter 1-10 Motorconstructie.
[2]
Std. PM, non
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr. SPM
salient (Std.
is geselecteerd in parameter 1-10 Motorcon-
PM, niet-
structie.
uitspr.)
[10] Danfoss OGD
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr. SPM
LA10
is geselecteerd in parameter 1-10 Motorcon-
structie. Alleen beschikbaar voor klem 4,
klem 5 in 1,5-3 kW. De instellingen voor
deze specifieke motor worden automatisch
ingeladen.
[11] Danfoss OGD
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr. SPM
V210
is geselecteerd in parameter 1-10 Motorcon-
structie. Alleen beschikbaar voor klem 4,
klem 5 in 0,75-3 kW. De instellingen voor
deze specifieke motor worden automatisch
ingeladen.
MG33MM10
Programmeerhandleiding
1-14 Verst. demping
Range:
140
%
250 %]
*
1-15 Filtertijdconstante lage snelh.
Range:
Size
related
*
1-16 Filtertijdconstante hoge snelh.
Range:
Size
related
*
1-17 Filtertijdconstante spanning
Range:
Size
related
*
1-18 Min. Current at No Load
Range:
0 %
*
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
[0 -
De dempingsversterking stabiliseert de PM-
machine om deze soepel en stabiel te laten
werken. De waarde van de dempingsversterking
regelt de dynamische prestaties van de PM-
machine. Een hoge dempingsversterking zorgt
voor hoge dynamische prestaties, terwijl een lage
waarde zorgt voor lage dynamische prestaties. De
dynamische prestaties zijn gerelateerd aan de
machinegegevens en het type belasting. Als de
dempingsversterking te hoog of te laag is, wordt
de regeling instabiel.
Functie:
[0.01 - 20
Deze tijdconstante wordt gebruikt bij
s]
toerentallen lager dan 10% van het
nominale toerental. Een korte
dempingstijdconstante zorgt voor een
snelle regeling. Wanneer deze waarde
echter te laag is, wordt de regeling
instabiel.
Functie:
[0.01 - 20
Deze tijdconstante wordt gebruikt bij
s]
toerentallen hoger dan 10% van het
nominale toerental. Een korte
dempingstijdconstante zorgt voor een
snelle regeling. Wanneer deze waarde
echter te laag is, wordt de regeling
instabiel.
Functie:
[0.001 - 1
Beperkt de invloed van hoogfrequente
s]
rimpels en systeemresonantie bij het
berekenen van de voedingsspanning.
Zonder dit filter kunnen de rimpels in
de stroom de berekende spanning
verstoren en de stabiliteit van het
systeem aantasten.
Functie:
[0 - 50 %] Wijzig de instelling van deze parameter voor
een soepelere motorwerking.
3
3
43