Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Programmeerhandleiding pagina 79

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
3-27 Virtual Master Max Ref
Range:
Functie:
LET OP
50.0
[0.0 -
Hz
590.0
*
Deze parameter is alleen beschikbaar
Hz]
met softwareversie 48.XX.
Stel de maximumreferentie voor de virtuele
master in. De actuele referentie wordt in
verhouding tot deze waarde ingesteld met
behulp van de in parameter 3-15 Referentiebron
1 geselecteerde bron of veldbusreferentie 1. De
draairichting wordt bepaald door het
voorwaarts/achterwaarts-signaal op een digitale
ingang of een veldbus. Gebruik parametergroep
3-6* Ramp 3 om het versnellen en vertragen te
configureren.
3.4.4 Ramps
3-4* Ramp 1
Configureer voor elk van de 4 ramps (3-4* Ramp 1, 3-5*
Ramp 2, 3-6* Ramp 3 en 3-7* Ramp 4) de rampparameters:
type ramp;
ramp-tijden, (duur van versnellen en vertragen);
en
niveau van schokcompensatie voor S-curves.
Stel eerst de lineaire aan-/uitlooptijd in op basis van
Afbeelding 3.25 en Afbeelding 3.26.
RPM
P 4-13
High-limit
Reference
n
s
P 4-11
Low limit
P 3-*1
Ramp (X)Up
Time (Acc)
t
acc
Afbeelding 3.25 Lineaire aan- en uitlooptijd
Als S-curves zijn geselecteerd, moet u het niveau van de
niet-lineaire schokcompensatie instellen. Stel de schokcom-
pensatie in door het aandeel van de aan- en uitlooptijd te
definiëren waarin de versnelling en vertraging variabel zijn
(dus toenemen of afnemen). De instellingen voor het
versnellen en vertragen voor de S-curve worden uitgedrukt
als een percentage van de huidige aan-/uitlooptijd.
MG33MM10
Programmeerhandleiding
Afbeelding 3.26 Lineaire aan- en uitlooptijd
3-40 Ramp 1 type
Option:
[0]
*
[1]
P 3-*2
Time
Ramp (X) Down
[2]
Time (Dec)
t
dec
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
LET OP
Als [1] S-ramp const. schok is geselecteerd
en de referentie tijdens het aan-/uitlopen
wordt gewijzigd, kan de aan-/uitlooptijd
worden verlengd om te zorgen voor een
schokvrije beweging, wat kan resulteren
in een langere start- of stoptijd.
Extra aanpassingen van de S-rampver-
houdingen of starters voor
omschakelingen kunnen noodzakelijk
zijn.
Selecteer het type ramp, afhankelijk van de
vereisten voor versnellen/vertragen.
Een lineaire ramp zorgt voor een constante
versnelling tijdens het aan-/uitlopen. Een S-ramp
zorgt voor een niet-lineaire versnelling en biedt
zo compensatie voor schokbewegingen in de
toepassing.
Lineair
S-ramp
Versnelling met zo weinig mogelijk schokbewe-
const.
gingen.
schok
S-ramp
S-ramp op basis van de in parameter 3-41 Ramp
const. tijd
1 aanlooptijd en parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd ingestelde waarden.
3
3
77

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave