Programmeren
[Main Menu]
Dient om alle parameters te programmeren.
Het is mogelijk om rechtstreeks te schakelen tussen de
hoofdmenumodus en de snelmenumodus.
De parametersnelkoppeling kan worden uitgevoerd door
[Main Menu] gedurende 3 seconden in te drukken. De
parametersnelkoppeling biedt directe toegang tot elke
mogelijke parameter.
[Alarm Log]
Toont een overzicht van de laatste 5 alarmmeldingen
(genummerd A1-A5). U kunt extra gegevens over een
alarm krijgen door met de navigatietoetsen naar het
alarmnummer te gaan en op [OK] te drukken. Er wordt
informatie weergegeven over de toestand van uw frequen-
tieregelaar net voordat de alarmmodus werd ingeschakeld.
[Back]
Hiermee keert u terug naar de vorige stap of laag in de
navigatiestructuur.
[Cancel]
Annuleert uw laatste wijziging of commando, zolang het
display niet is gewijzigd.
[Info]
Geeft informatie over een commando, parameter of functie
in elk displayvenster. [Info] geeft uitgebreide informatie
wanneer u hulp nodig hebt.
Verlaat de modus Info door op [Info], [Back] of [Cancel] te
drukken.
Afbeelding 2.5 Back
Afbeelding 2.6 Cancel
Afbeelding 2.7 Info
Navigatietoetsen
Gebruik de 4 navigatietoetsen om te navigeren tussen de
verschillende opties in Snelmenu, Hoofdmenu en Alarm
Log. Druk op de toetsen om de cursor te verplaatsen.
[OK]
Dient om een parameter te selecteren die wordt
gemarkeerd door de cursor, en om de wijziging van een
parameter te bevestigen.
MG33MM10
Programmeerhandleiding
Lokale bedieningstoetsen
De lokale bedieningstoetsen bevinden zich onder aan het
LCP.
Hand
on
Afbeelding 2.8 Lokale bedieningstoetsen
[Hand On]
Maakt het mogelijk om de frequentieregelaar via het LCP
te besturen. [Hand On] start ook de motor, waarna de
gegevens voor het motortoerental kunnen worden
ingesteld met de navigatietoetsen. De toets kan worden
ingesteld op [1] Ingesch. of [0] Uitgesch. via
parameter 0-40 [Hand on]-toets op LCP.
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een veldbus
worden geactiveerd, onderdrukken een startcommando via
het LCP.
De volgende stuursignalen blijven actief wanneer [Hand
On] wordt geactiveerd:
•
•
•
•
•
•
•
•
[Off]
Stopt de aangesloten motor. De toets kan worden
ingesteld op [1] Ingesch. of [0] Uitgesch. via
parameter 0-41 [Off]-toets op LCP. Als er geen externe
stopfunctie is geselecteerd en de toets [Off] niet actief is,
kan de motor worden gestopt door de spanning te
onderbreken.
[Auto On]
Maakt het mogelijk om de frequentieregelaar te besturen
via stuurklemmen en/of seriële communicatie. Als een
startsignaal naar de stuurklemmen en/of de bus wordt
gestuurd, start de frequentieregelaar. De toets kan worden
ingesteld op [1] Ingesch. of [0] Uitgesch. via
parameter 0-42 [Auto on]-toets op LCP.
LET OP
Een actief HAND-OFF-AUTO-signaal via de digitale
ingangen heeft een hogere prioriteit dan de bedienings-
toetsen [Hand On] en [Auto On].
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
Auto
O
on
[Hand on] - [Off] - [Auto On].
Reset.
Vrijloop na stop geïnverteerd..
Omkeren.
Setupselectie bit 0 – Setupselectie bit 1.
Stopcommando via seriële communicatie.
Snelle stop.
DC-rem.
2
2
Reset
15