Parameterbeschrijving
0-03 Regionale instellingen
Option:
3
3
0-04 Bedieningsstatus bij insch. (handm.)
Option:
[0]
Hervatten
[1]
Gedw. stop,
*
ref=oud
[2]
Gedw. stop,
ref=0
0-09 Performance Monitor
Range:
0 %
*
3.1.2 0-1* Setupafhandeling
Definieer en beheer de afzonderlijke parametersetups.
De frequentieregelaar heeft 4 parametersetups die
onafhankelijk van elkaar kunnen worden geprogrammeerd.
Dit maakt de frequentieregelaar bijzonder flexibel en
geschikt als oplossing voor problemen met geavanceerde
regelfuncties, waardoor vaak bespaard kan worden op
externe regelapparatuur. Parametersetups kunnen worden
gebruikt om de frequentieregelaar te programmeren voor
werking met een bepaald type regeling in 1 setup
(bijvoorbeeld motor 1 voor horizontale beweging) en voor
werking met een ander type regeling in een andere setup
(bijvoorbeeld motor 2 voor verticale beweging). De
parametersetups kunnen ook door een OEM-machinefa-
brikant worden gebruikt om alle frequentieregelaars die in
de fabriek voor een bepaald machinetype worden
geproduceerd, met dezelfde parameters te programmeren.
Tijdens de productie/inbedrijfstelling selecteert u dan
simpelweg de juiste setup op basis van de machine
waarop de frequentieregelaar wordt geïnstalleerd.
De actieve setup (dat wil zeggen de setup op basis
waarvan de frequentieregelaar op dit moment werkt) kan
worden geselecteerd via parameter 0-10 Actieve setup en
wordt op het LCP weergegeven. Met behulp van Multi
setup is het mogelijk om via een digitale ingang of seriële
communicatie te schakelen tussen setups, terwijl de
frequentieregelaar in bedrijf is dan wel is gestopt. Als het
26
VLT
Functie:
parameter 1-23 Motorfrequentie standaard in op
60 Hz.
Functie:
Selecteer de bedieningsmodus wanneer de
netspanning weer wordt ingeschakeld na een
uitschakeling in de handmodus.
Hiermee start u de frequentieregelaar op met
de start/stop-instellingen (toegepast via
[Hand On/Off]) die vóór het uitschakelen van
de frequentieregelaar van kracht waren.
Hiermee zorgt u dat de frequentieregelaar
opnieuw wordt opgestart met een
opgeslagen lokale referentie wanneer de
netspanning weer is ingeschakeld en er op
[Hand On] wordt gedrukt.
Hiermee wordt de lokale referentie weer op
0 gezet wanneer de frequentieregelaar weer
wordt opgestart.
Functie:
[0 - 100 %]
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
nodig is om tijdens bedrijf van setup te wisselen, moet
parameter 0-12 Setup gekoppeld aan correct zijn
geprogrammeerd. Met behulp van parameter 0-11 Setup
wijzigen kunnen parameters binnen elk van de setups
worden bewerkt terwijl de frequentieregelaar blijft werken
in de actieve setup. Dit kan een andere setup zijn dan de
setup die wordt bewerkt. Met behulp van
parameter 0-51 Kopie setup kunnen parameterinstellingen
van de ene setup naar de andere worden gekopieerd,
waardoor de inbedrijfstelling sneller kan verlopen als
vergelijkbare parameterinstellingen nodig zijn in
verschillende setups.
0-10 Actieve setup
Option:
[0]
Fabrieks-
instell.
[1]
Setup 1
*
[2]
Setup 2
[3]
Setup 3
[4]
Setup 4
[9]
Multi setup Externe selectie van setups via digitale
Gebruik parameter 0-51 Kopie setup om een setup naar 1 of
alle andere setups te kopiëren. Stop de frequentieregelaar
voordat u schakelt tussen setups waarbij parameters die
zijn gemarkeerd als niet te wijzigen tijdens bedrijf,
verschillende waarden hebben. Om conflicterende instel-
lingen van een bepaalde parameter binnen 2 verschillende
setups te voorkomen, moeten de setups worden
gekoppeld via parameter 0-12 Setup gekoppeld aan.
Parameters die niet te wijzigen tijdens bedrijf zijn, zijn in de
parameterlijsten in hoofdstuk 5 Parameterlijsten gemarkeerd
als FALSE.
0-11 Setup wijzigen
Option:
Functie:
Selecteer de setup voor het besturen van de
functies van de frequentieregelaar.
Kan niet worden gewijzigd. Deze setup bevat
de dataset van Danfoss en kan als
gegevensbron worden gebruikt wanneer de
andere setups in een bekende staat moeten
worden teruggebracht.
[1] Setup 1 tot [4] Setup 4 zijn de 4
afzonderlijke parametersetups waarbinnen alle
parameters kunnen worden geprogrammeerd.
ingangen en de seriële-communicatiepoort.
Deze setup maakt gebruik van de instellingen
van parameter 0-12 Setup gekoppeld aan. Stop
de frequentieregelaar voordat u wijzigingen
aanbrengt in de functies met en zonder
terugkoppeling.
Functie:
Selecteer de setup die tijdens bedrijf moet
worden bewerkt (dat wil zeggen
geprogrammeerd); dit kan de actieve setup
zijn of 1 van de inactieve setups.
MG33MM10