Parameterbeschrijving
3.4.3 3-2* References II (Referenties II)
3-20 Preset Target
Range:
0 CustomRea-
3
3
doutUnit2
*
3-21 Touch Target
Range:
0 CustomRea-
doutUnit2
*
3-22 Master Scale Numerator
Range:
1
[-2000000000
*
- 2000000000 ]
76
VLT
Functie:
LET OP
[ -2000000000 -
2000000000
Deze parameter is alleen
CustomRea-
beschikbaar met softwa-
doutUnit2]
reversie 48.XX.
Array [8]
Stel maximaal 8 doelposities
in. Maak een selectie uit de
8 vooraf ingestelde posities
met behulp van digitale
ingangen of het veldbus-
stuurwoord.
Functie:
LET OP
[ -2000000000
- 2000000000
Deze parameter is alleen
CustomRea-
beschikbaar met software-
doutUnit2]
versie 48.XX.
Stel de doelpositie in de touch-
probepositioneringsmodus in.
Deze parameter bepaalt de
afstand in positie-eenheden
vanaf de detectiegebeurtenis
van de touch-probesensor tot
aan de uiteindelijke doelpositie.
Functie:
LET OP
Deze parameter is alleen beschikbaar
met softwareversie 48.XX.
Parameter 3-22 Master Scale Numerator en
parameter 3-23 Master Scale Denominator
definiëren de tandwielverhouding tussen de
master en de volger in de synchronisa-
tiemodus.
Par. . 3 − 22
Master omwentelingen =
Par. . 3 − 23
× Volger omwentelingen
Danfoss A/S © 08/2016 Alle rechten voorbehouden.
®
AutomationDrive FC 301/302
3-23 Master Scale Denominator
Range:
1
[-2000000000 -
*
2000000000 ]
3-24 Master Lowpass Filter Time
Range:
20 ms
[1 - 2000 ms]
*
3-25 Master Bus Resolution
Range:
65536
[128 - 65536 ]
*
3-26 Master Offset
Range:
0 CustomRea-
doutUnit2
*
Functie:
LET OP
Deze parameter is alleen
beschikbaar met softwareversie
48.XX.
Zie parameter 3-22 Master Scale
Numerator.
Functie:
LET OP
Deze parameter is alleen
beschikbaar met softwareversie
48.XX.
Voer de tijdconstante in voor de
snelheidsberekening voor de master in
de synchronisatiemodus.
Functie:
LET OP
Deze parameter is alleen
beschikbaar met softwareversie
48.XX.
Voer de resolutie van het veldbusmas-
tersignaal (veldbusreferentie 1) in de
synchronisatiemodus in.
Functie:
LET OP
[ -2000000000
Deze parameter is alleen
- 2000000000
beschikbaar met software-
CustomRea-
versie 48.XX.
doutUnit2]
Voer de positieoffset tussen
master en volger in de synchro-
nisatiemodus in. Deze waarde
wordt bij de positie van de
volger opgeteld bij elke
activering van een digitale
ingang met optie [113] Enable
referentie (Referentie inschakelen)
of bit 5 van het veldbus-
stuurwoord.
Parameter 3-02 Minimumrefe-
rentie definieert de maximale
afwijking van de actuele master-
snelheid tijdens het uitvoeren
van de offset.
MG33MM10